Wagenings hoogleraar Dicke: anders denken over plaagbestrijding
Hoogleraar Marcel Dicke van het Wageningse Laboratorium voor Entomologie is een van de auteurs van het Spaans-Nederlandse onderzoek naar de aanwezigheid van neonicotinoïden in honingdauw.
Nooit eerder is er gekeken naar de mogelijkheid dat neonicotinoïden schadelijk kunnen zijn via de uitscheiding van bladluizen of andere insecten die zich tegoed doen aan plantensappen.
“Niemand had die vraag gesteld, wij waren de eersten”, zegt Dicke. De Wageningse hoogleraar zegt dat mede op grond van dit onderzoek lessen getrokken moeten worden. De hernieuwde roep om toelating van neonicotinoïden (zoals dit voorjaar door de bietensector) is volgens Dicke de verkeerde weg.
Lees verder onder de tweet.
Strokenteelten
“Ik ben aangenaam verrast door vertegenwoordigers van de Nederlandse akkerbouw toen ik op het ministerie van Landbouw met ze in gesprek was. Daar is zeker de wil om het gebruik van chemische middelen te verminderen”, constateert Dicke.
Hij wijst erop dat binnen Wageningen Universiteit onderzoek gedaan wordt met bijvoorbeeld strokenteelten, waarbij verschillende gewassen in relatief smalle stroken (3 tot 6 meter) afwisselend op hetzelfde perceel worden geteeld, met het doel verschillende nuttige insecten aan te trekken, die plaagorganismen bestrijden.
Chemische middelen
Volgens Dicke is het voor akkerbouwers, maar ook voor wetenschappers en anderen, heel lastig uit een systeem te breken. Hij ziet dat bij het opmerken van een schadelijk insect of een plaag als eerste gedacht wordt aan de toepassing van een chemisch middel. Vaak is een incident of een crisis nodig om daaruit te komen. Hij geeft het voorbeeld van de tomaten- en paprikatelers in het Spaanse tuinbouwgebied Almeria. Die gebruikten zoveel (soms illegale) gewasbeschermingsmiddelen dat Duitse supermarkten na een Greenpeace-onderzoek de alarmklok luidden.
Biologische bestrijding werkt beter dan chemische
Nieuwe vorm van gewasbescherming
Hoewel de Spaanse tuinders al veel eerder de mogelijkheid geboden was om gebruik te maken van biologische bestrijding, bleven ze vasthouden aan chemische bestrijding in steeds hogere doseringen. Na het Duitse alarm moesten ze wat anders en schakelden ze over op biologische bestrijding. “Na een paar jaar werd een onderzoek gedaan onder de tuinders over de nieuwe vorm van gewasbescherming. Ik dacht dat de tuinders zouden zeggen dat de nieuwe middelen even goed werkten. Maar tot mijn verrassing zeiden ze dat deze manier beter werkte dan chemische bestrijding.”
Neonicotinoïden kunnen echt niet meer
Tevreden met koers van Schouten
Het Spaanse voorbeeld laat volgens hem zien dat veranderingen vaak pas tot stand komen als het echt moet. “We moeten nu constateren dat neonicotinoïden echt niet meer kunnen. Het is geen gif dat alleen schadelijk is voor bijen, het schaadt veel meer nuttige insecten.”
Dicke zegt zeer tevreden te zijn met de koers die minister Carola Schouten voert. “Het landbouwsysteem moet echt anders”, zegt hij. “Dat zegt de minister mij niet na en ik zeg het de minister niet na. De tijd is rijp.”
|