(C)Roel Dijkstra-Vlaardingen - Foto Dennis Wisse
 
 Hoeve Biesland / ministerie LNV / presentatie landbouwvisie minister Schouten / Delfgauw AlgemeenNieuws

LIVE: boeren met minister Schouten in debat over landbouwvisie

Lees hier alles over het debat over de landbouwvisie, boeren die in gesprek gingen met de minister over de toekomst van de (kringloop)landbouw.

In de landbouwvisie beschrijft de minister dat ze toe wil naar kringlooplandbouw. Maar er zijn nog veel open einden. Want hoe groot moet die kringloop worden? Hoe doen we dat met mest en kunstmest? En is er nog wel geld te verdienen voor boeren op deze manier?

Over deze en nog meer aansluitende vragen gingen boeren in gesprek met de minister tijdens het landbouwvisiedebat. Dit werd er gezegd tijdens dat debat.

Het landbouwdebat is afgelopen. Minister Schouten sluit af met de volgende woorden:
“Ik wil boeren recht in de ogen kunnen blijven aankijken, want door samen in gesprek te gaan, kunnen we verder kijken naar de toekomst. Ik kan niet altijd iedereen tevreden stellen. Dit is dan ook niet de laatste keer dat ik met boeren in gesprek ga.”

Een andere melkveehouder vraagt waarom de 8,3% korting heilig is. “Dat is ene vraag voor alle andere melkveehouders”, vindt Schouten. Het is geen beslissing geweest van het ministerie om dat getal te kiezen. De minister vindt niet dat alle schuld bij de overheid ligt. “Dit is een discussie tussen het individu, tegenover het collectief.”
De minister schets de situatie waarin alle regelgeving wordt losgelaten. “Als ik me nu terugtrek, dan gaan we over alle normen heen en verliezen we de derogatie. De fosfaatrechten zijn nu nog nodig om ervoor te zorgen dat Nederland binnen de gestelde normen blijft. Toen het melkquotum werd afgeschaft, werd er vanuit gegaan dat boeren vrijwillig onder de norm zouden blijven. Dat gebeurde niet, dus moest de overheid ingrijpen. Dus dat is nog wel nodig”, aldus de minister.
De volgende vraag gaat over de ‘schotten’ tussen de sectoren in het fosfaatvraagstuk. Carola Schouten antwoordt: “Dit vraagt nog meer solidariteit van boeren onderling. Breder dan alleen melkveehouders onder elkaar. Die afbakening tussen de sectoren is dus nog steeds nodig, want anders krijg je nog meer verdeling tussen pluimvee-, varkens- en rundveehouders.”

Indringende vraag over fosfaatbeleid
Melkveehouder Ronald Beulink heeft een indringende vraag. Deze gaat niet zozeer over de kringloopvisie, maar wel over de toekomst van zijn bedrijf: het fosfaatbeleid. Hij ziet zijn bedrijf als duurzaam. Net als andere collega’s loopt hij voorop en is hij gaan werken naar het model van Schoutens’ voorganger Sharon Dijksma. “Ik heb nu problemen doordat er fouten zijn gemaakt in dit dossier. Ik kan aan mijn zoontje niet uitleggen waarom mijn bedrijf misschien wel moet stoppen.”

De minister zegt dat ze zich het afgelopen jaar alle vragen heeft gesteld. “Ik heb alle vragen gesteld, binnen en buiten het stelsel, maar ik heb de antwoorden nog niet gevonden. Maar als ik nu rechten ga toekennen aan u en de andere 100 bedrijven, gaat dat ook voor anderen gelden. Andere boeren hebben al moeten inleveren, ook boeren die niet zijn gegroeid. De enige oplossing zou zijn een nieuwe generieke korting, maar dat roept waarschijnlijk nog meer problemen op voor nog meer boeren. Ik kan geen zoete broodjes bakken, en ik zou willen dat ik nooit voor dit duivelse dilemma had gestaan.”

De minister trekt zich het verhaal van de melkveehouders aan. “Mijn ouders hadden een melkveebedrijf. Wat als mijn ouders hier hadden gezeten en dit probleem hadden gehad? Had ik dan dit verhaal kunnen vertellen?” Ze legt uit dat het ministerie heeft geprobeerd om zo eerlijk mogelijk de rechten te verdelen.

Vleesveehouders vonden dat zij geen fosfaatrechten nodig hadden. Met deze vraag is het ministerie naar Brussel gegaan. De EU is het daarmee eens. Brussel heeft het ministerie dus niet op de vingers getikt omdat deze het verkeerd zou hebben gedaan. Ja, er zijn te veel rechten uitgedeeld, ook aan vleesveehouders.

Maar er is nooit ruimte geweest. “De suggestie dat we rechten over zouden hebben, is niet waar. Niemand is gelukkig met deze situatie. We moeten een weg zoeken om daar met elkaar uit te komen. Ik voel die pijn, maar ik kan niets beloven wat ik niet kan waarmaken.”

Mest en bemesting
Als derde en laatste onderwerp is mest en bemesting aan de orde. Melkveehouder Henry Steverink heeft een bedrijf met 110 melkkoeien in Silvolde, Gelderland. “Ik werk al 5 jaar met een kringloop”, zegt hij. Hij is deelnemer aan Vruchtbare kringloop Achterhoek, waarbij hij de stromen van fosfaat en stikstof in beeld heeft. Die laatste is het lastigste, omdat stikstof in verschillende vormen voorkomt in bodem, mest en lucht.
Voor het sluiten van de mestkringloop heeft hij een aantal zaken nodig: langetermijndoelen, bedrijfsspecifieke bemestingsnormen, eenduidige onderzoeken, geen tegenstrijdige wetgeving, waardering voor niet-vermarktbare verdiensten zoals bijdrage aan biodiversiteit. Als laatste wil hij een eenvoudige registratie bij samenwerking. Steverink wil graag van de minister weten of er bedrijfsspecifieke normen komen voor fosfaat en stikstof.

De minister heeft deze vraag al vaak gekregen. Ze wil daar graag naar kijken. “Maar het moet ook wel navolgbaar en handhaafbaar worden. Ik moet kunnen zien en toetsen dat het ook goed gebeurt. Daarin zit een uitdaging”, geeft zij toe.


 


 

Verdienmodel

Het volgende blok gaat over het verdienmodel. Aan het woord is varkenshouder Hans Verhoeven, hij ziet in het ministerie een medestander, hij denkt ook graag in kringloop. Op zijn bedrijf staat het dier centraal. Hij kijkt graag naar de toekomst en doet het alles wat in zijn vermogen ligt om maximale toegevoegde waarde te creëren.

Hij vraagt zich alf of een boer nog wel wat kan verdienen aan duurzame voedselproductie. Behalve kringlopen sluiten is het ook belangrijk om aandacht te hebben voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Hij wil graag een integrale aanpak. Hoe zorgen we ervoor dat de meerkosten van deze ‘groene’ voedselproductie via een soort subsidie wordt vergoed? Als voorbeeld noemt hij de productie van groene energie, met behulp van SDE zijn zonnepanelen en windmolens rendabel.

One-issuebeleid is makkelijk, dat kun je afvinken, ziet de minister. “Maar het is niet bevredigend voor velen.” Ze ziet het belang van het verbinden van factoren, hierbij kan het GLB een instrument zijn.

De minister wil ook dat consumenten bewuster gaan kiezen. Dat zij ook weten wat ze kopen. “Consumenten moeten niet meer kiezen voor het goedkoopste karbonaadje uit het schap, maar voor een product waar ze achter staan. Boeren kunnen zelf hun eigen verdienmodel opzetten. Als ze daarin geloven, is daar ook een meerwaarde”, denkt de minister.

Concurrentie
“Hoe kunnen jonge boeren nog concurreren met het buitenland?”, vraagt een jonge boerin zich af. De minister antwoordt dat ze ook met onder anderen de Duitse landbouwminister in gesprek is over dierenwelzijnseisen. “De Nederlandse modellen van het Beter Leven-keurmerk zijn interessant voor Duitse boeren.”

Ze ziet dat het lastig is voor boeren om nu een goede prijs te behalen voor hun product. Ze is daarom bezig meer ruimte te krijgen binnen de mededingingsregels, zodat het mogelijk is voor boeren om samen een macht te vormen binnen de keten.

Gelijk speelveld
Een pluimveehouder heeft een vraag over het gelijke speelveld tussen. Zij ziet dat er in Nederland strenge eisen zijn, maar dat er in Nederland ook producten zijn die onder veel minder strenge omstandigheden zijn geproduceerd.

De minister herkent dit spanningsveld. “Nederland exporteert over de hele wereld, andere landen doen dat ook. Het is hierbij belangrijk dat we aan consumenten duidelijk maken hoe een product tot stand is gekomen. Hiervoor zijn ook de voedselproducenten en –verpakkers nodig.” De minister tekent daarbij aan dat ze dergelijke ‘oneerlijke’ omstandigheden niet zomaar kan verbieden.

Waardevol voedsel
Een opmerking uit de zaal: ‘Wat is nog de waarde van voedsel? Mensen gooien veel weg.’
Minister Schouten herkent dit: “Soms lijkt het alsof ons voedsel waardeloos is geworden.” Een voorbeeld hiervan zijn de te kleine pruimen die afgelopen zomer dreigden te worden weggegooid, omdat ze 2 mm te klein waren. “Dat zie ik niet met het blote oog.” De minister wil graag dat er opnieuw gepraat wordt over de luxepositie waar we nu in verkeren.

Regels over prijzen
Een Brabantse melkveehouder vraagt waarom de minister niet gewoon regels oplegt die supermarkten verbiedt om te goedkoop voedsel te verkopen. “Dat mag niet van de rechter”, zegt de minister. “Want dan is er wederom geen sprake van een eerlijke handelspraktijk. Ik kan niet ingrijpen bij het tot stand komen van contracten tussen boeren en afnemers.”

Een boer vraagt of er nog wel plek voor hem is, als hij geen kringlooplandbouw wil voeren. “Kringlooplandbouw is geen doel op zich”, zegt de minister. “Het is een antwoord op de vragen die op ons gaan afkomen. Uiteindelijk zullen de emissies van de landbouw bepalend zijn, door deze visie wil ik daar juist richting aan geven. Het is natuurlijk nog steeds aan de ondernemer zelf om te bepalen of hij verder wil boeren in Nederland of daarbuiten.”


 

Akkerbouwer Ger Evenhuis gaat het hebben over de kringloop. In Schoonoord, Drenthe, heeft hij 400 hectare waar hij aardappelen, bieten, gerst en snijmais teelt. Hij ruilt vaak grond met veehouders. Dat is een win-win situatie voor beide partijen, merkt hij.
Hij vraagt zich af of de huidige landbouwpraktijk nog wel vol te houden is. Op de lange termijn wil hij graag weten waar hij aan toe is, op de korte termijn wil hij weten of de investeringen zich terugbetalen.
Het sluiten van de kringloop vindt hij wat idealistisch. Hoe komen we daar en wat is daarvoor nodig? vraagt Evenhuis zich af.

De minister vindt het een goede vraag. Van veel boeren hoorde ze dat ze al veel bezig zijn met kringlooplandbouw. “Misschien is het ministerie nog wel niet ver genoeg qua wet-en regelgeving”, beaamt Schouten. Ze wil beter kijken naar mest en bemesting. Ze zou graag zien dat boeren kunnen bemesten wat er nodig is voor de grond, zodat boeren meer toe kunnen naar precisiebemesting.
De mestwetgeving is gecompliceerd, toen minister Schouten aan het begin van haar ambtsperiode alle wetgeving bij elkaar zag, snapte ze het ook niet helemaal. “Hoe kan een boer hier dan ooit wijs uit worden”, vroeg ze zich af.
Schouten beaamt dat kringlooplandbouw idealistisch is, maar de huidige landboupraktijk was dat decennia geleden ook. “Laat mij dan maar idealistisch zijn. En nee, ik heb niet alle antwoorden op alle vragen. Er is nog veel inzet, visie, kennis en innovatie nodig.” Iets wat daarbij ingezet kan worden, is het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB).


 


 

 

Beheer
WP Admin