Belgisch rampenfonds aangevuld

Het Vlaamse Fonds voor Lastendelging, een rampenfonds, is waarschijnlijk ontoereikend om de agrarische schade van de hevige regenval in de periode van 27 mei tot eind juni te vergoeden. Het fonds, jaarlijks gevuld met €12,7 miljoen, wordt daarom aangevuld.

Dat zegt Wim Claes, team Coördinator Rampenfonds van de Vlaamse overheid. De totale schade is nog niet bekend, maar het is volgens Claes zeker dat de hevige regenval zal worden aangemerkt als natuurramp. Momenteel wordt gewerkt aan nieuwe wetgeving, maar de regenval valt nog onder de oude wetgeving. Volgens die wetgeving kan tot erkenning worden overgegaan bij een schade in België van €50 miljoen.

Alleen in Vlaanderen al €189 miljoen schade’

“Alleen in Vlaanderen al staat de teller op €189 miljoen”, aldus Claes, “waaronder veel schade in de land- en tuinbouw, zowel aan gebouwen als aan teelten.” De precieze schade is volgens Claes, maar ook de Boerenbond, nog niet bij benadering te schatten.

Gemeenten moeten ramingen van schades melden aan de Vlaamse overheid. Ze hebben tot 15 augustus om dit te doen. De meeste gemeenten zijn nog druk met rekenen.

De regering bepaalt mede op basis van de schades in welke gemeenten een natuurramp heeft plaatsgevonden. Na goedkeuring door de Vlaamse regering en publicatie van het erkenningsbesluit in het Belgisch Staatsblad hebben slachtoffers drie maanden de tijd, na de maand van publicatie, om hun schadedossier in te dienen bij het Rampenfonds. Per bedrijf keert het fonds maximaal €114.700 uit. Soms is een voorschot mogelijk.

Speciale gevallen

Schade moet normaliter vallen onder de Vlaamse brandverzekering. Relevant is de lijst met de zogenaamde speciale gevallen die toch onder de dekking van het Rampenfonds vallen. Voor de land- en tuinbouwsector gaat het om niet binnengehaalde oogsten, de levende veestapel buiten het gebouw, de bodem en de teelten.