Glencore verkoopt deel landbouwdivisie aan Canadezen

Glencore heeft een belang van 40% in haar landbouwdivisie verkocht aan Canada’s grootste pensioenfonds. De Canadezen betalen $2,5 miljard (€2,2 miljard).

Het Zwitserse Glencore behoort tot de grootste mijnbouwbedrijven en grondstoffenhandelaren wereldwijd. De verkoop van het belang moet Glencore helpen een schuldenberg van zo’n $30 miljard te verlagen.

In de markt werd lang gespeculeerd dat Glencore zijn belang zou verkopen aan investeerders in Oost-Azië of het Midden-Oosten, waar het landbouwpotentieel beperkt is maar de bevolking wel snel groeit. Onder de genoemde partijen was het Chinese staatsbedrijf Cofco, dat eerder het Nederlandse Nidera kocht, het Singaporese staatsfonds Temasek en het Japanse Marubeni.

Forse belangen in Agrium en PotashCorp

Het ‘Canada Pension Plan Investment Board’ (CPPIB) heeft volgens Glencore-topman Ivan Glasenberg een ‘bewezen track-record in de sector’ en zou de visie van het bedrijf op toekomstige groei delen. CPPIB rapporteerde vorig jaar in Canada zelf forse belangen te hebben in Agrium en PotashCorp. Agrium is distributeur van landbouwbenodigdheden en PotashCorp maakt kunstmest.

Buiten Canada was CPPIB onder meer eigenaar van belangen in de Duitse kaliproducent K+S en de Japanse sojaverwerker Kikkoman. CPPIB investeert deels met het oog op het Canadese algemeen belang. Glencore is voor Canada belangrijk sinds het in 2012 voor miljarden de grootste Canadese graanhandelaar Viterra kocht.

Resultaten divisie onder druk

Glencore is groot in de handel in mais, tarwe, gerst, suiker, katoen en biobrandstoffen. Het bedrijf werd groot met de handel in olie, expandeerde in de mijnbouw en groeide jarenlang gestaag op de agrarische markt. De landbouwdivisie wordt goeddeels vanuit Rotterdam geleid. Omdat gewasprijzen flink zijn gedaald, staan de resultaten van de divisie al even onder druk.