Geen afroming fosfaatrecht bij overdracht in familie

Afroming van fosfaatrechten bij bedrijfsoverdracht in de familie lijkt van de baan. Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken wil dat opnemen in het wetsvoorstel voor de invoering van fosfaatrechten voor melkvee.

Dat zei hij donderdag 14 april tijdens een debat in de Kamer in reactie op een motie van CDA, SGP, ChristenUnie en SP waar een meerderheid voor lijkt. In de motie is sprake van familieverband tot en met de derde graad, dat is onder meer bij bedrijfsoverdrachten aan kinderen en kleinkinderen. Het wetsvoorstel wil Van Dam nog voor de zomer naar de Kamer sturen. Dat wordt allemaal krap voor de beoogde invoering per 1 januari 2017.

Amper ruimte voor al te veel knelgevallen

De staatssecretaris maakte duidelijk amper ruimte te hebben voor al te veel knelgevallen. Zelfs een volledig compenseren van latente ruimte op extensieve bedrijven wilde hij niet toezeggen. Dit ondanks herhaalde pogingen van onder meer de SP, GroenLinks en de ChristenUnie. “Minder afromen voor de ene groep in 2018 betekent onherroepelijk dat de generieke afroming voor de rest van de bedrijven hoger wordt”, aldus Van Dam.

Hoogte afroming wordt medio 2017 vastgesteld

De fosfaatrechten worden toegekend per 1 januari 2017, de hoogte van de afroming wordt medio 2017 vastgesteld. Extensieve grondgebonden bedrijven krijgen begin 2017 extra rechten toegekend Daarmee moet in ieder geval een deel van de afroming gecompenseerd worden. Van Dam wilde op geen enkele manier toezeggen om te wachten met fosfaatrechten zolang er geen garantie is dat de derogatie verlengd wordt na 2017. Dat is volgens hem niet de juiste volgorde.