Economische groei Noord-Nederland blijft achter

De noordelijke provincies presteren matig op de kernonderdelen van de economie. Er is dit jaar wel groeiherstel in het Noorden, maar deze blijft achter bij de landelijke groei, constateert ING.

De groeiverschillen tussen en binnen de provincies Groningen (krimp van 0,5%) en Friesland en Drenthe (groei van 1,5%) zijn bovendien groot. Dit blijkt uit de nieuwste regiovisie Noord-Nederland van het ING Economisch Bureau.

Werkeloosheid neemt langzaam af

ING constateert dat de werkloosheid in een traag tempo daalt en hoger blijft dan gemiddeld in Nederland. Wat betreft exportkansen en innovatiepotentieel staat het Noorden er redelijk voor, stelt de bank. De handel met Duitsland biedt daarbij de beste kansen.

Waar de noordelijke provincies wel sterk in zijn is de industrie. Deze is sterker vertegenwoordigd dan gemiddeld in Nederland, constateert het Economisch Bureau. In Friesland is vooral de agri-foodindustrie bovengemiddeld aanwezig, in Drenthe de kunststofindustrie en in Groningen de chemische en papier- en grafische industrie.

Streven naar meer handel met Noord-Duitsland

Volgens het ING-rapport is het wenselijk voor de noordelijke provincies meer handel met Noord-Duitsland te gaan drijven. Een van de belangrijkste exportcategorieën is daarbij agri-food, naast vervoermiddelen, chemische producten, machines, aldus het Economisch Bureau van de bank.

Voor noordelijke ondernemers die aan het begin staan van internationaal zaken doen zijn Nedersaksen, Sleeswijk-Holstein en de havensteden Bremen en Hamburg de primaire doelregio’s, denkt ING. Vooral Friese ondernemers zouden meer naar Duitse uitvoermarkten moeten kijken. Andersom zouden ondernemers in Bremen en Hamburg meer gestimuleerd moeten worden om zaken te doen met Noord-Nederland.