Foto: Koos Groenewold AlgemeenNieuws

Korten op fosfaatrechten op drie manieren

Tegelijk met de invoering van fosfaatrechten voor melkveebedrijven in 2018 wordt een zogenoemde generieke korting toegepast. Voor welke bedrijven geldt deze korting en op welke wijze worden melkveehouders zonder onbenutte fosfaatruimte in 2015 gekort?

Bedrijven met melkvee krijgen fosfaatrechten toegekend op basis van het aantal stuks melkvee op 2 juli 2015. Bij de toekenning in 2018 wordt een zogenoemde generieke korting toegepast. Op die manier moet het aantal fosfaatrechten binnen het sectorplafond voor melkvee blijven (84,9 miljoen kilo fosfaat).

Grondgebonden bedrijven ontzien

Aanvankelijk gold de generieke korting voor alle bedrijven, maar door brede steun voor een wijzigingsvoorstel van ChristenUnie en D66 worden grondgebonden bedrijven volledig ontzien bij de generieke korting. Bovendien worden bedrijven met een klein fosfaatoverschot niet verder gekort dan tot ze grondgebonden zijn.

Hogere korting intensieve bedrijven

Bedrijven met een klein fosfaatoverschot worden dus beperkt gekort. Voor intensieve bedrijven heeft dit tot gevolg dat de generieke korting zo’n 2% hoger zal uitpakken. Hoeveel de korting dan wordt, is nog niet te zeggen en is mede afhankelijk van het succes van het fosfaatplan van de sector.

Niet-grondgebonden biologische bedrijven worden net als gangbare niet-grondgebonden bedrijven gekort.

De hoogte van de generieke korting in 2018 wordt medio 2017 vastgesteld. In deze berekening is uitgegaan van 8%, voor LTO de bovengrens van wat acceptabel is.

Hoe wordt gekort?

In de fosfaatwet staat dat bedrijven die in 2015 geen fosfaatoverschot hadden door melkvee volledig vrijgesteld zijn van de generieke korting. In die categorie vallen ook de meeste biologische bedrijven. In de tabel is een voorbeeld van die situatie weergegeven in de kolom ‘extensief’. De melkveestapel op 2 juli 2015 levert 5.000 kilo fosfaatrechten op. Er is verondersteld dat de gemiddelde melkveestapel in 2015 eveneens 5.000 kilo fosfaat produceerde. De plaatsingsruimte op de grond bedroeg 5.200 kilo. Dat geeft een fosfaatruimte voor melkvee van 200 kilo. Bedrijf ‘klein overschot’ heeft een overschot van 200 kilo, bedrijf ‘intensief’ had in 2015 een fosfaatoverschot door melkvee van 1.000 kilo.

Bij een generieke korting van 8% zouden alle bedrijven 400 fosfaatrechten moeten inleveren. Nu ontstaan drie situaties:

  1. Bedrijf ‘extensief’ wordt volledig gecompenseerd voor de korting. De korting is 0%.
  2. Bedrijf ‘klein overschot’ wordt alleen gekort voor het deel van de korting dat gelijk is aan het fosfaatoverschot. Op dit bedrijf wordt 200 kilo fosfaat gecompenseerd.
  3. Bedrijf ‘intensief’ moet de volledige korting van 400 fosfaatrechten ondergaan.

De hoogte van de generieke korting is voorlopig nog onduidelijk. Dat hangt onder meer af van de aantallen koeien op 2 juli 2015 waarvoor fosfaatrechten uitgegeven gaan worden. En in hoeverre ruimte gereserveerd wordt voor knelgevallen. In de nieuwe systematiek is het niet meer zo dat een bedrijf met een klein fosfaatoverschot veel harder wordt gekort dan een bedrijf dat net geen overschot heeft.

Beheer
WP Admin