Foto: ANP AlgemeenNieuws

Justitie: fosfaatstelsel strookt met mensenrechten

De invoering van een stelsel van fosfaatrechten is niet in strijd met de internationale regels voor de bescherming van het eigendom.

Dat stelt het Ministerie van Veiligheid en Justitie in een nadere beoordeling van de wet voor de invoering van de fosfaatrechten.

Het ministerie heeft op verzoek van de Tweede Kamercommissie voor Economische Zaken gekeken naar onder andere de vraag of met de invoering van het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk wordt gedaan op het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Peildatum

Uitstel van de invoering van het wetsvoorstel (1 januari 2018 in plaats van 1 januari 2017) heeft geen invloed op de peildatum van 2 juli 2015. Verandering van die datum zou mogelijk afbreuk doen aan de rechtszekerheid, aldus het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Knelgevallen

De knelgevallenregeling, zoals die in de wet is voorzien, is ‘in algemene zin proportioneel’, aldus het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het ministerie voegt daaraan toe dat heel goed gekeken moet worden of het wel nodig is extra categorieën van knelgevallen toe te voegen. Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) wil de knelgevallenregeling zo beperkt mogelijk houden, omdat elke tegemoetkoming aan knelgevallen de vereiste korting op het fosfaatrecht voor andere ondernemers groter maakt. Van Dam wil geen knelgevallenregeling als niet heel scherp kan worden aangewezen voor wie die bestemd is. “Voorkomen moet worden dat door grootschalig gebruik van de knelgevallenvoorziening een fors hogere generieke afroming noodzakelijk is en de naleving van de derogatie op korte termijn onmogelijk wordt”, aldus Van Dam.

Staatssecretaris Van Dam (EZ) wil de knelgevallenregeling zo beperkt mogelijk houden, omdat elke tegemoetkoming aan knelgevallen de vereiste korting op het fosfaatrecht voor andere ondernemers groter maakt.

Derogatietop

Maandag wordt op een onbekende plaats de zogenoemde derogatietop gehouden, op initiatief van LTO Nederland. De Dutch Dairymen Board is daar, tot haar ergernis, niet bij. Sieta van Keimpema van de DDB begrijpt niet waarom de leden van haar organisatie (‘25% tot 30% van de Nederlandse melkproductie’) wordt buitengesloten. “Van eenheid is dus al geen sprake aan de vooravond van wat een eensgezinde sector moet heten”, aldus Van Keimpema. “De mensen die na 500 dagen rommelen geen enkele oplossing of overeenkomst hebben kunnen bereiken (…), hebben niets bijgeleerd en gaan op dezelfde voet verder.” Van Keimpema concludeert: “De regie ontbreekt terminaal.”

Beheer
WP Admin