Status plattelandswoning niet hersteld

Den Haag – Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft geen mogelijkheden om de plattelandswoning nieuw leven in te blazen.

De Raad van State heeft in februari uitgesproken dat voor voormalige agrarische woningen dezelfde luchtkwaliteitsnormen gelden als voor burgerwoningen op het platteland. Daarmee is de speciale status voor plattelandswoningen onderuit gehaald.

In antwoord op Kamervragen van Helma Lodders, Hayke Veldman en Remco Dijkstra (VVD) zegt de minister dat er geen mogelijkheden zijn om de uitspraak van de rechter terug te draaien. Schultz van Haegen wil  in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving wel een voorziening opnemen voor plattelandswoningen, maar daarmee wordt niet weggenomen dat de luchtkwaliteitsnormen daar op dezelfde manier beoordeeld worden als voor burgerwoningen.

De wetgever heeft de Wet Plattelandswoningen gemaakt met het doel om voormalige agrarische woningen beschikbaar te maken voor burgers die niet aan het bijbehorende bedrijf verbonden zijn. De plattelandswoning had volgens de wet  een vergelijkbare status als de bedrijfswoning. De rechter heeft daar nu een streep door gehaald. Voor bedrijfswoningen gelden – als het gaat om luchtkwaliteit – minder strenge eisen als voor woningen die niet aan het bedrijf verbonden zijn.