AlgemeenNieuws

Bijenstichting blijft strijden tegen neonicotinoïden

Den Haag – De beoordeling van de schadelijkheid van het insecticide neonicotinoïde in oppervlaktewater voor bijen en hommels is in Nederland niet gedaan op basis van berekeningen.

Het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) heeft op basis van kennis en ervaring van deskundigen (imkers, bijendeskundigen van Wageningen UR) geconcludeerd dat de neonicotinoïden in oppervlaktewater niet leiden tot onaanvaardbare gevolgen voor bijen. De blootstellingsroutes lopen bij bijen vooral via het voedsel, aldus het CTGB.

De Bijenstichting wil dat neonicotinoïden zoals imidacloprid geheel verboden worden als gewasbeschermingsmiddel. In het kader daarvan vocht de stichting gisteren bij het College van Beroep van het Bedrijfsleven een aantal besluiten van het CTGB aan. De Bijenstichtring wil dat zoveel mogelijk gegevens die betrekking hebben op de toelating van voor bijen schadelijke stoffen op tafel komen. Een groot deel van de onderliggende gegevens bij de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen zijn geheime of vertrouwelijke bedrijfsgegevens, die het CTGB wel mag inzien, maar die de toelatingsinstantie niet met anderen mag delen.

Vanwege die bedrijfsbelangen waren bij de zitting ook de betrokken bedrijven als betrokken. Zij willen dat zo min mogelijk onderliggende stukken kunnen worden ingezien.

Universitair hoofddocent Jeroen van der Sluijs van de Universiteit Utrecht, adviseur van de Bijenstichting, zei tijdens de zitting dat meer gekeken moet worden naar de gehalten in oppervlaktewater door drainage. Volgens het CTGB draagt afspoeling via drainage niet zoveel bij aan vervuiling als bij voorbeeld drift – waar wel naar wordt gekeken.

Beheer
WP Admin