AlgemeenNieuws

‘Omzetting bedrijfs- naar gewone woning beperkt’

Den Haag – De uitspraak van de Raad van State over de plattelandswoning kan grote gevolgen hebben voor voormalige agrarische bedrijfswoningen die inmiddels plattelandswoning zijn.

De rechter bepaalde vorige week naar aanleiding van een bezwaar tegen de aanwijzing van een plattelandswoning in de Limburgse gemeente Weert, dat de luchtkwaliteitsnormen voor plattelandswoningen niet gelijk gesteld mogen worden met de normen voor bedrijfswoningen. Advocaat Paulus Botman, die de gemeente Weert vertegenwoordigde in de rechtszaak, zegt dat de uitspraak tot gevolg kan hebben dat “dat op sommige plekken een voormalige agrarische bedrijfswoning wegens strijd met de grenswaarden omtrent luchtkwaliteit niet tot woning bestemd mag worden. Het maakt niet uit of de bewoners daar wel of geen bezwaar tegen hebben. Het wrange is dat dit aspect nou juist een van de kernelementen is geweest die de aanleiding heeft gevormd voor de invoering van de wet”, aldus Botman, die werkzaam is voor Linssen Advocaten in Tilburg.

Botman zegt onaangenaam verrast te zijn door de uitspraak. Volgens hem is de uitspraak van de hoogste bestuursrechter in strijd met eerdere uitspraken. De wet waarin de plattelandswoning wordt geregeld, neemt in belang af, ‘in niet geringe mate’, aldus Botman met gevoel voor ironie.

“Deze uitspraak heeft tot gevolg dat iedere voormalige bedrijfswoning in Nederland die door burgers wordt bewoond mogelijk in strijd is met de Europese Richtlijn voor luchtkwaliteit.” In agrarische gebieden gaat het daarbij vooral over fijnstof.

Beheer
WP Admin