Toegevoegde waarde agrarische sector blijft achter

Den Haag – De Nederlandse economie is vorig jaar voor het eerst sinds 2011 weer gegroeid. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag bekend.

De economie werd vorig jaar 0,8 procent groter. Na twee achtereenvolgende jaren van krimp voldeed de vooruitgang daarmee aan de verwachtingen. Het Centraal Planbureau (CPB) rekende op een plus van 0,75 procent.

In de laatste maanden van het jaar trok de groei flink aan. De toegevoegde waarde van de agrarische sector was daarbij vrij stabiel. Deze steeg 0,1 procent, terwijl de toegevoegde waarde van bijvoorbeeld informatie en communicatie 5,7 procent steeg en de bouwnijverheid 1,9 procent. De toegevoegde waarde van de agrarische sector bleef daarmee fors achter ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2014, toen deze respectievelijk 7,9, 10,2 en 4,2 procent steeg. Voor heel 2014 komt dit gemiddeld uit op 4,9 procent, aanmerkelijk hoger dan de 1,9 procent van 2013.

De totale economie werd in het vierde kwartaal 0,5 procent groter ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In het derde kwartaal bleef die groei volgens een nieuwe schatting nog steken op 0,2 procent. Na een krimp in de eerste drie maanden van het jaar vertoont de economie sinds het voorjaar een stijgende lijn.

De groei werd vorig kwartaal breed gedragen, doordat de consumptie, de investeringen en de export allemaal een positieve bijdrage leverden. De bestedingen van de overheid namen wel licht af.

Het herstel op de arbeidsmarkt en de toenemende verkoop van huizen hielpen de bestedingen van consumenten de afgelopen maanden vooruit. Vorig kwartaal gaven zij vooral meer uit aan meubels en elektrische apparaten, terwijl verder de fietsenverkoop in de lift zat. Ook in de horeca werd meer geld uitgegeven dan een jaar eerder.