Extra eisen voor uitbreiding proef mineralenconcentraat

Den Haag – Nieuwe bedrijven die mee willen doen aan de uitbreiding van de proef voor mineralenconcentraat moeten aan extra eisen voldoen. Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.

Dijksma is in gesprek met de Europese Commissie om de huidige proef van tien bedrijven uit te mogen breiden naar meer bedrijven die mineralenconcentraten maken die gebruikt kunnen worden als kunstmestvervanger. Ze hoopt het aantal deelnemers aan de proef in de loop van 2015 te kunnen uitbreiden. Op dit moment mogen tien bedrijven meedoen aan de proef die per 1 januari is opengesteld.

Bedrijven die deel willen nemen in de nieuwe proef moeten mineralenconcentraat produceren uit dierlijke mest via ultrafiltratie of gelijkwaardige technieken, gevolgd door omgekeerde osmose. Daarbovenop worden specifieke kwaliteitseisen aan de geproduceerde meststof gesteld, zoals het gehalte minerale stikstof, de verhouding stikstof en fosfaat en de elektrische geleidbaarheid. “Deze parameters borgen de landbouwkundige effectiviteit en daarmee de milieukwaliteit. Tevens zijn ze een instrument voor de handhaving om mineralenconcentraat van dierlijke mest te kunnen onderscheiden”, aldus Dijksma. Het voordeel van het gebruik van mineralenconcentraat als kunstmestvervanger is dat deze meststof binnen de totale gebruiksnorm kan worden gebruikt, bovenop de gebruiksnorm van dierlijke mest. 

Het kabinet wil toe naar een circulaire economie, waarbij efficiënt gebruik wordt gemaakt van lokaal beschikbare grondstoffen. In het kader hiervan is de meststoffenwet recent gewijzigd, waardoor herwonnen fosfaten uit industrieel of huishoudelijk afvalwater onder voorwaarden als meststof mogen worden verhandeld.