Biobedrijf nauwelijks beter qua biodiversiteit

Wageningen – Op biologische landbouwbedrijven is de biodiversiteit nauwelijks groter dan op gangbare bedrijven. Biologische akkerbouwpercelen scoren wel beter dan hun gangbare tegenhangers maar op graslanden en wijngaarden is van meer diverse natuur geen sprake.

Dat blijkt uit onderzoek in tien Europese en twee Afrikaanse regio’s, dat deze week is gepubliceerd in Nature Communications.

Aan het onderzoek werkte een groot gezelschap internationale onderzoekers mee. Vanuit Nederland werkte een team van onderzoeksinstituut Alterra, onderdeel van Wageningen UR, mee. Uit het onderzoek blijkt dat wanneer biologische bedrijven geen speciale op biodiversiteit gerichte maatregelen hebben genomen, hier slechts een klein aantal soorten meer wordt gevonden dan elders.

De Zwitserse projectleider Felix Herzog concludeert dat biologische bedrijven niet altijd beter hoeven scoren want “ook voor die boeren staat het belang van hun onderneming voorop.” In het algemeen werden op biologische bedrijven meer soorten planten en bijen gevonden op biologische bedrijven, maar niet meer soorten spinnen en regenwormen. In de randen van percelen zijn verschillen nog kleiner.

Rob Jongman van Alterra noemt het ‘verrassend’ dat op biologische bedrijven niet meer leefomgevingen of ‘habitats’ voor soorten zijn aangetroffen. Het aantal verschillende soorten hangt volgens hem sterk samen met de aanwezigheid van diverse habitats. “Als deze habitats anders zijn dan de rest van het bedrijf, zoals heggen en kruidenstroken, hebben zijn een enorme invloed op de soortrijkdom van een bedrijf.”

Onderzoekers keken naar 1.400 situaties op in totaal 205 bedrijven in Europa en Afrika. In Zwitserland werden veebedrijven met grasland onderzocht. In Oostenrijk en Frankrijk werden akkerbouwbedrijven bestudeerd en in Duitsland gemengde bedrijven. In Nederland werd de meest intensieve activiteit bestudeerd: de tuinbouw.