Antidumpingheffingen op Amerikaanse bio-ethanol

Brussel – De EU stelt antidumpingheffingen in op in de VS vervaardigde bio-ethanol die binnenkomt via Noorwegen. De ‘Noorse route’ wordt door Amerikaanse exporteurs volgens Brussel misbruikt om bestaande antidumpingheffingen op bio-ethanol die rechtstreeks uit de VS komt te omzeilen.

Volgens de Europese lobbyorganisatie voor ethanolproducenten ePure heeft de Amerikaanse strategie de EU miljoenen euro’s gekost. De Amerikaanse export van bio-ethanol piekte in 2011 op een volume van 1,17 miljard liter. In 2009 werd nog maar 102 miljoen liter geïmporteerd. Omdat de ethanol in Europa onder de Amerikaanse kostprijs werd verkocht, stelde de EU in februari 2013 heffingen in.

De antidumpingheffingen zijn ingesteld voor een periode van 5 jaar en komen neer op €62,3 per ton. De VS onderzoekt mogelijkheden de heffingen aan te vechten, bijvoorbeeld binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO. De VS trok wel een belastingvoordeel voor producenten van bio-ethanol in, waarna de EU afzag van het instellen van nog meer strafheffingen.

Niettemin is de Amerikaanse export van bio-ethanol naar de EU gegroeid en ePure wees de Europese Commissie op het niet toevallige feit dat de Amerikaanse export van bio-ethanol naar Noorwegen explosief is toegenomen. Hier werd de bio-ethanol met lokale brandstof bijgemengd en dus “Noors”. Noorwegen kan net als bijvoorbeeld Zwitserland tegen aantrekkelijke voorwaarden handel drijven met de EU. De EU komt tot de heffingen zonder een formeel onderzoek naar omzeiling.

ePure is hier blij mee omdat een dergelijk proces het instellen van heffingen had vertraagd en dus meer schade zou zijn toegebracht aan de Europese bio-ethanolindustrie. Eerder stelde de EU al strafheffingen in om de oneerlijke import van biodiesel uit de VS, Indonesië en Argentinië tegen te gaan.