AlgemeenNieuws

Ministerie zag fosfaatverbod derogatiebedrijven als ‘technisch punt’

Den Haag – Het ministerie van Economische Zaken heeft het verbod op fosfaatkunstmest bij derogatiebedrijven beschouwd als technisch punt.

Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma van landbouw in een brief aan de Tweede Kamer als verklaring waarom het verbod niet eerder is gecommuniceerd. Het verbod op fosfaatkunstmest voor derogatiebedrijven was een eis van de Europese Commissie. “In het licht van het grote overschot van fosfaat uit dierlijke mest wil de Europese Commissie dat zoveel mogelijk fosfaat uit dat overschot wordt gebruikt, in plaats van fosfaat uit kunstmest als het ware nog aan dat overschot toe te voegen”, schrijft Dijksma. “De Nederlandse delegatie heeft dit als een technisch punt beschouwd, gegeven het feit dat uit de derogatierapportage blijkt dat derogatiebedrijven maar een beperkt deel, gemiddeld 3 procent, van de fosfaatgebruiksruimte opvullen met kunstmest. Uit recente proeven van Wageningen UR blijken daarnaast goede resultaten behaald te kunnen worden als rijenbemesting met dierlijke mest plaatsvindt in plaats van met kunstmest. Dit biedt ondernemers, in combinatie met mestscheiding, mogelijkheden voor vervanging van kunstmest door dierlijke mest”, schrijft Dijksma.

Ze verwijst daarnaast naar het voornemen van de sector zelf om kunstmest te vervangen door dierlijke mest. Hierover is in 2011 een ketenakkoord fosfaatkringlopen gesloten, waarin de ambitie is geformuleerd dat de veehouders in 2015 alleen nog mineralen van dierlijke oorsprong gebruiken. Op basis van deze overwegingen heeft Nederland het verbod geaccepteerd.

Dijksma erkent de slechte communicatie over dit verbod. “De voorwaarde om gebruik van fosfaat uit kunstmest niet langer toe te staan is onderbelicht gebleven. Ik stel vast dat de communicatie beter had gekund.”

In de brief schrijft Dijksma tevens dat het verhogen van het aantal fysieke controles op derogatiebedrijven van 3 naar 7 procent een wens is van de Europese Commissie. Hiervoor hoeft de wet niet te worden aangepast.

In de brief schrijft Dijksma dat de onderhandelingen voor derogatie langdurig, intensief en moeilijk zijn geweest. Gedurende het onderhandelingsproces heeft Dijksma verscheidene malen overleg gehad met vertegenwoordigers van de landbouwsector. “Het overleg met LTO is in de eindfase van de onderhandeling over de derogatie met name gericht geweest op de hoofd- en knelpunten en het vinden van oplossing daarvoor”, schrijft Dijksma.  Dit is opmerkelijk, omdat LTO zegt in de laatste fase van de derogatie-onderhandelingen hier niet bij betrokken te zijn geweest.

Beheer
WP Admin