AlgemeenNieuws

‘Beschikbaarheid grond bepalend voor grondgebondenheid bedrijf’

De Raad van State gaat mee met de rechtbank Oost-Brabant als het gaat om de definitie van wat een grondgebonden bedrijf is.

Dat blijkt uit een uitspraak afgelopen week. Vorig jaar had de de rechtbank het in de ogen van de Raad van State bij het rechte eind toen ze oordeelde dat de gemeente Valkenswaard terecht een vergunning had gegeven aan een boer voor de bouw van een nieuwe rundveestal. De bezwaarmakers stelden tegen deze uitspraak hoger beroep in omdat de betreffende veehouderij in hun ogen geen grondgebonden bedrijf zou zijn. Volgens het bestemmingsplan – als intensieve veehouderij – zou de uitbreiding van het bedrijf dan niet zijn toegestaan.

De Raad van State constateert dat in het bestemmingsplan ‘2e Partiële herziening Buitengebied 1998’ onder grondgebonden agrarisch bedrijf verstaan moet worden: ‘een bedrijf, waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf’. Melkveebedrijven zijn doorgaans ook grondgebonden, aldus die bepaling.

De gemeente verstrekte de vergunning op basis van een rapport van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB). Hieruit blijkt dat onderneming  binnen een straal van tien km rondom het bedrijf gronden in eigendom en in pacht, waarmee na de bouw van de nieuwe rundveestal 66 procent van het benodigde ruwvoer kan worden geproduceerd en thans een ruwvoeroverschot heeft, stelt de AAB.

Op basis hiervan komt Raad van State tot hetzelfde oordeel als de rechtbank, de veehouderij blijft ook na de uitbreiding nog steeds als grondgebonden agrarisch bedrijf aan te merken.

Beheer
WP Admin