De Schutter: meer wereldhandel brengt niets

Brussel – Beleidsmakers moeten het heilige geloof dat liberalisering van de wereldhandel leidt tot efficiëntere voedselproductie en minder honger laten varen. Het heeft geleid tot minder biodiversiteit, ongezond voedsel en een toename van de importafhankelijkheid van arme landen. Dat vindt speciaal rapporteur van de VN en professor Olivier De Schutter.

De Schutter deed de uitspraken tijdens het Forum for Agriculture dat de European Landowners Organization en Syngenta in jaarlijks Brussel organiseren. Volgens de Belg is een hele klasse aan kleinschalig werkende boeren door het handelsdogma weggeconcurreerd. “Ze verloren twee keer: ze waren niet in stand te voldoen aan de hoge standaarden van de wereldmarkt en verloren hun thuismarkt door goedkope importen.”

De Schutter zei dat “niemand meer gelooft dat handel tot ontwikkeling leidt, van VN-organisaties tot de wereldgemeenschap”. Van 1990 tot 2008 vervijfvoudigden de uitgaven van de armste landen aan voedsel, aldus De Schutter. “We moeten een transformatie doormaken. Het idee moet niet zijn dat we landen gaan voeden, maar dat we landen leren zichzelf te voeden.”

We hebben niet meer, maar minder handel nodig, aldus De Schutter. “Dat betekent niet dat markten onbelangrijk zijn, maar dat steun zich moet richten op het ontwikkelen van lokale en regionale markten – waar kleinschalig werkende boeren op eerlijke wijze met elkaar kunnen concurreren.”

De Westerse boer moet volgens De Schutter in zijn waarde worden hersteld. “Boeren zijn door de grootschalige productiesystemen die het handelssysteem promoot getransformeerd tot producenten van een goedkope grondstof voor de voedselverwerkende industrie en intensieve veehouderij. Voor producten als groente en fruit is veel minder ruimte. Het gevolg is dat de wereld niet alleen steeds meer hongerigen telt, maar ook mensen met obesitas. In steeds meer ontwikkelingslanden zie je een dubbele uitdaging: honger en overgewicht.”