Banken niet onder indruk Eerlijke Bankwijzer

Amsterdam – ABN Amro en Rabobank vinden kritiek van de Eerlijke Bankwijzer (EBW) op hun dierenwelzijnsbeleid onterecht. ABN Amro vindt dat de EBW soms een activistische wereldblik van NGO’s als maatstaf neemt.

Beide banken vinden dat ze een maatschappelijke plicht hebben als grootbank geen grote groepen bedrijven uit te sluiten, waar de EBW in essentie toe oproept.

EBW kwam onlangs tot de conclusie dat van tien financiële instellingen ABN Amro, Aegon, Delta Lloyd, ING en Rabobank een ruime onvoldoende scoren. Delta Lloyd krijgt volgens de Eerlijke Bankwijzer één punt, ABN Amro en ING scoren er twee, Aegon 3 en Rabobank 4. Belangrijkste klacht is dat bij het verlenen van krediet geen strakke eisen over dierenwelzijn worden gesteld.

ABN Amro stelt in een reactie dat de maatstaven van de NGO’s achter EBW, waaronder Dierenbescherming en Milieudefensie, niet “de maatstaven” zijn. Het beleid is gebaseerd op wet- en regelgeving die in Nederland volgens de bank “strikt” is en soms geldt aanvullend beleid.  Een objectievere en transparantere blik op het beleid en de praktijk is volgens ABN Amro zichtbaar in analyses van onafhankelijke partijen “zonder activistische agenda”, zoals Sustainalytics en de Transparantiebenchmark.

Rabobank vindt dat de Eerlijke Bankwijzer 2014 geen recht doet aan de inspanningen en het beleid van de bank. De bank spreekt van een “selectieve keuze van criteria” en merkt op dat het in haar halfjaarverslag 2013 duurzaamheidsambities heeft geformuleerd, maar het rapport zich baseert op beleid uit 2012. Rabobank constateert “dat de selectieve keuze van criteria en de keuze om alleen publiekelijk toegankelijk beleid mee te wegen leiden tot conclusies die soms achterhaald, onvolledig en onjuist zijn.”