Kosten gelegenheidswerk omhoog door pensioenpremie

Den Haag – Het inhuren van gelegenheidswerkers in de landbouw wordt duurder doordat er niet langer een vrijstelling geldt voor de afdracht van pensioenpremies. Tweede Kamerlid Helma Lodders (VVD) heeft hierover aan de bel getrokken bij staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

Het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (BPL) heeft werkgevers in de landbouw vorige maand geattendeerd op verandering van de regelgeving. Volgens het BPL is het wettelijk niet mogelijk om een uitzondering te maken voor gelegenheidswerkers. Er zijn nog gesprekken gaande tussen werkgevers- en werknemersorganisaties om te zien of er mogelijke alternatieven zijn.

Als de werkgevers er met de bonden niet uitkomen, zal er vanaf 1 april 2014 een premieplicht gelden voor alle werknemers boven de 21 jaar, of ze nu vaste werknemers zijn of gelegenheidswerker. Het werkgeversdeel van de pensioenpremie bedraagt ruim 17 procent van het brutoloon.

Helma Lodders vindt dat de huidige regeling van enorm belang is voor werkgevers, om flexibel te kunnen inspelen op de werkzaamheden. Het niet langer toestaan van de vrijstelling van de pensioenpremie is in de ogen van Lodders een “zeer grote lastenverzwaring voor het bedrijfsleven, waarmee de betaalbaarheid van de piekarbeid zwaar onder druk komt te staan”.

Lodders vraagt Klijnsma of zij mogelijkheden ziet om de vrijstelling  te behouden zonder in strijd te komen met de Algemene Wet Gelijke Behandeling.