Geen extra maatregelen tegen ziekten

Den Haag – In de intensieve veehouderij hoeven geen extra maatregelen getroffen te worden om de kans te verkleinen op een uitbraak van een op mensen overdraagbare ziekte, inclusief griep.

Dat zegt minister Edith Schippers (Volksgezondheid) in een brief aan de Tweede Kamer in antwoord op vragen van de PvdA-fractie.

Aanleiding voor de Kamervragen waren uitlatingen van de viroloog Ab Osterhaus (Erasmus UMC), dat het niet ondenkbaar is dat in Brabant een grieppandemie ontstaat door de dichtheid van varkens- en pluimveebedrijven.

Schippers zegt dat de kans altijd bestaat dat er overdracht is van virussen bij contacten tussen dieren en mensen. Dierdichtheid, intensieve contacten tussen diersoorten en tussen mens en dier, maar ook hygiënemaatregelen spelen daarbij een rol, zegt de minister.

“De hygiënemaatregelen op Nederlandse veehouderijbedrijven zijn streng en directe contacten tussen diersoorten onderling en tussen mens en dier zijn beperkt. Wij zijn van mening dat de huidige maatregelen voldoende zijn om de kans op een uitbraak zo klein mogelijk te houden”, aldus Schippers, mede namens  staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken).

Volgens Schippers is het verminderen van het aantal dieren in een veedicht gebied geen oplossing om het risico op een uitbraak van een pandemie (griep) te beperken. GGD-arts Jos van de Sande (Hart voor Brabant) pleit daarvoor.

Het volledig gesloten houden van veebedrijven, zoals GGD-arts Henk Jans voorstelt, levert geen vermindering op van het risico op uitbraken van zoönosen, zegt de minister. Zij vindt strenge hygiënemaatregelen, screening van import- en exportstromen, intensieve monitoring en een goed werkend early warning systeem voldoende. Bovendien acht ze volledig afsluiten van veehouderijbedrijven uit oogpunt van dierenwelzijn niet gewenst.