‘Extensieve landbouw ten koste van biodiversiteit’

Den Haag – Hoogproductieve landbouw draagt meer dan extensieve landbouw bij aan voedselzekerheid, welzijn van de bevolking, inkomen van de boer, beperking van uitstoot van broeikasgassen en de instandhouding van de biodiversiteit. Dat zeggen onderzoekers van het Humboldt Forum for Food and Agriculture in Berlijn.

HFFA is een aan de Humboldt Universität gelieerd onderzoeksinstituut, dat ondersteund wordt door  bedrijven als BASF, Bayer, Nestlé, zaadbedrijf KWS en energiebedrijf Eon.

Het onderzoek van HFFA is gebaseerd op gegevens die zijn geput uit 700 andere studies, die voor het merendeel in de wetenschappelijke literatuur zijn gebruikt. Nooit eerder werden zoveel gegevens bij elkaar bekeken, stellen de auteurs van het onderzoek.

De onderzoekers concluderen dat de oogstopbrengst in extensieve landbouwgebieden ongeveer een derde lager is dan in de productieve gebieden binnen de Europese Unie. Bij graan gaat het om een jaarproductie van ongeveer 100 miljoen toen, 10 miljoen ton oliezaden en 2 tot 5 miljoen toen suikerbieten, aardappelen en peulvruchten.

De productieve Europese landbouw voorziet meer dan 400 miljoen mensen van koolhydraten, bijna 350 miljoen mensen van eiwit en plantaardige olie voor bijna 300 miljoen mensen. Die productie is onontbeerlijk om de wereldbevolking te voeden, aldus de onderzoekers.

Daarbij komt dat de productieve landbouw minder ruimte gebruikt en een lagere uitstoot van broeikasgassen per eenheid product heeft. De hoge productie voorkomt het omzetten van 38 miljoen hectare natuurlijke leefgebieden van verschillenden planten en dieren.

Het verlies aan biodiversiteit door extensieve landbouw (‘low input farming’) staat volgens de onderzoekers gelijk aan zestien jaar ontbossing in het Amazonegebied.