AlgemeenNieuws

Deur open voor middelen focusgebieden

Brussel – Lidstaten van de Europese Unie mogen zelf bepalen of in de ecologische aandachtsgebieden (groene braak) kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen gebruikt mogen worden. Dat blijkt uit de uitvoeringsregels voor het nieuwe Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) die de Europese Commissie heeft gepubliceerd.

Groene organisaties en Eurocommissaris Janez Potocnik (milieu) pleitten er voor om gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen niet toe te staan in deze gebieden, maar landbouwcommissaris Dacian Ciolos heeft besloten om deze afweging over te laten aan de lidstaten. Of Nederland hiermee toestemming wil geven om kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen toe te staan is nog niet duidelijk. Het ministerie van Economische Zaken wil de uitvoeringsregelingen eerst bestuderen voordat het reageert. In een eerder debat in december vroeg Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren om het gebruik van middelen in de ecologische focusgebieden te verbieden. Hierop reageerde Dijksma dat er in het algemeen geen gebruik van kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen zijn toegestaan in deze gebieden, maar dat zowel in Brussel als in Nederland nog wordt gekeken naar de uitvoeringsregeling op dit gebied. “In principe wordt dit dus niet toegestaan”, zei Dijksma destijds.

In het kader van de vergroening in het nieuwe GLB moeten boeren 5 procent van hun bouwland inrichten als ecologisch aandachtsgebied. Hierbij worden verschillende wegingsfactoren ingevoerd, omdat een boom bijvoorbeeld een hogere biodiversiteitswaarde heeft dan stikstofhoudende gewassen. Zo krijgen heggen en bomen een wegingsfactor 2, groene braak wegingsfactor 1 en stikstofhoudende gewassen wegingsfactor 0,3. Dit zou betekenen dat een boer die zijn vergroening invult met de teelt van stikstofhoudende gewassen meer dan 5 procent van zijn areaal moet invullen. Wintergranen vallen hierbij niet onder stikstofhoudende gewassen.

In de uitvoeringsregeling wordt de definitie van jonge boer verruimd. Ook jonge boeren die het bedrijf samen runnen met ouders komen in aanmerking voor extra steun, zolang de jonge boer bedrijfsleider is en een actieve rol speelt bij de besluitvorming in het bedrijf. Jonge boeren tot 40 jaar krijgen in de eerste vijf jaar 25 procent extra directe inkomenssteun.

De gedelegeerde bepalingen worden de komende maanden voorgelegd aan de lidstaten en het Europees Parlement voordat ze definitief goedgekeurd worden. De verwachting is dat er voor de verkiezingen van het Europees parlement in mei een akkoord ligt.

Beheer
WP Admin