‘RIVM móet praten met bedrijven’

Den Haag – Staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur en Milieu) ziet geen bezwaren in contacten tussen medewerkers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en vertegenwoordigers van bedrijfsleven en andere organisaties.

Zij verwerpt de kritiek die het Europese Pesticide Action Network (PAN) heeft op RIVM-medewerkers en medewerkers van de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA.

PAN vindt dat er te weinig haast gemaakt wordt met de aanscherping van normen voor de stapeling van sporen van bestrijdingsmiddelen op voedingsmiddelen. Volgens de lobbygroep van de milieubeweging schiet de regelgeving tekort, doordat wel wordt gekeken naar normen per stof, maar niet naar de opgetelde hoeveelheden van verschillende verwante stoffen.

PAN meent dat de regelgeving daarover wordt gefrustreerd doordat producenten van gewasbeschermingsmiddelen een te grote vinger in de pap hebben, onder meer via contacten met wetenschappers die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het beleid.

Mansveld verwerpt die kritiek en ook het RIVM wijst de aantijgingen van de hand. Zij zegt dat onderzoekers juist contact moeten hebben met de belangrijkste partijen in de markt, waaronder het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, zoals ook PAN zelf. In een brief aan PAN eist het RIVM een rectificatie van PAN. Woordvoerder Hans Muilerman van PAN zegt dat zijn organisatie ingaat op de uitnodiging om met het RIVM te gaan praten. “We gaan het gesprek aan en zien wat daar uit komt.”

Het RIVM zegt in zijn brief aan PAN dat de op personen gerichte aantijgingen over de wetenschappelijke integriteit misplaatst zijn, onjuist en gebaseerd op suggestieve argumenten.