AlgemeenNieuws

Dijksma wil uitrijperiode drijfmest op grasland niet vervroegen

Den Haag – Vervroeging van de uitrijperiode van drijfmest op grasland naar 1 februari is niet verantwoord. Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma van landbouw in reactie op Kamervragen van de SGP, VVD en CDA.

Toestaan van het uitrijden van drijfmest op grasland zal in een enkel jaar met een vroeg voorjaar mogelijk een landbouwkundig voordeel opleveren, maar dat is meestal pas achteraf vast te stellen. Eerder aanwenden vergroot ook het risico van uit- en afspoeling en daarmee een verslechtering van de waterkwaliteit, oordeelt Dijksma. Uit een recente studie blijkt dat in een groot deel van het land de kwaliteit van vooral het oppervlaktewater achterblijft bij de gestelde doelen. In combinatie met het onzekere landbouwkundige voordeel van het vroeger uitrijden van drijfmest op grasland vindt de staatssecretaris het niet verantwoord om de uitrijperiode te vervroegen. Op bouwland mag wel vanaf 1 februari drijfmest worden uitgereden. De Kamerfracties wilden deze termijn ook aanhouden voor drijfmest op grasland, omdat hiermee de mestgift over een langere periode verdeeld kan worden.

Beheer
WP Admin