AlgemeenNieuws

Kamer wil snellere toelating voor laagrisicomiddelen

Den Haag – De Tweede Kamer vindt dat de toelating van laagrisicomiddelen voor gewasbescherming eenvoudiger moet.

De Kamer heeft een motie van Carla Dik-Faber (ChristenUnie) aangenomen waarin wordt gevraagd om basisstoffen als bier en melk versneld voor registratie in aanmerking te laten komen. Ook een motie van PvdA’er Lutz Jacobi om een nationale lijst van toegelaten laagrisico-middelen op te stellen, tot de Europese Unie in 2020 met een lijst van toegelaten middelen komt, is aangenomen. Met deze motie wil ze voorkomen dat de toegelaten middelen in de tussentijd verboden worden.

Een motie van VVD-Kamerlid Helma Lodders, waarin ze vraagt om een jaar uitstel van het verbod op het gebruik van rodenticiden bij rattenbestrijding in de buitenlucht, haalde het niet. Volgens verantwoordelijk staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu is deze motie ook niet nodig, omdat er al een overgangsregeling geldt. De Kamer stemde wel in met een motie van Lodders waarin ze vraagt om de administratieve lasten te beperken bij het IPM-protocol voor het Integraal Plaagdier Management. Boeren die de middelen willen blijven gebruiken moeten gecertificeerd worden via het IPM-protocol.

CDA-Kamerlid Jaco Geurts hield een motie aan waarin hij vraagt om zaaizaadbehandeling via een eenvoudige administratieve procedure goed te keuren, zoals dat in andere Europese landen gebeurt. Dijksma reageerde eerder op de dag negatief op de motie. Geurts verwacht in januari terug te komen op het onderwerp. Zaaizaadproducenten hebben problemen doordat bepaalde middelen in Nederland niet zijn toegelaten, terwijl ze in andere Europese landen wel zijn toegestaan. “Het valt niet uit te leggen dat wij  met ons in Nederland geteelde zaad naar Duitsland, Frankrijk of nog verder moeten rijden, om het daar te laten behandelen om het dan weer terug te rijden naar Nederland en op onze akkers uit te zaaien”, typeert Joris Baecke van LTO het probleem.

Beheer
WP Admin