AlgemeenNieuws

Geen bewijs voor groeiende marktmacht supermarkt

Den Haag – De prijsvorming van agrarische producten is – op basis van summier onderzoek naar acht producten – geen aanleiding voor zorg of aanvullend onderzoek.

Er is geen onderbouwing gevonden voor het idee dat het zwaartepunt van de agrofoodketens richting supermarkt verschuift. Dat stelt het onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR in een  rapport dat is gemaakt  over de prijsvorming van voedsel. Het onderzoek is in opdracht van de Autoriteit Consument en Markt uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit van Utrecht.

Er is wel reden om de supermarkt in de gaten te houden, zeggen de onderzoekers. Het lijkt er namelijk op dat supermarkten meer een eigen koers varen, “waarbij ze meer op elkaars prijzen letten dan op de prijsbewegingen in de productieketen.”

Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft het onderzoek donderdag naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het onderzoek was gericht op acht consumentenproducten: aardappel, appel, brood, eieren, komkommer, paprika, pluimveevlees en ui.  Onderzoekers zeggen dat het niet gemakkelijk is om algemene conclusies te trekken, ook omdat  de gegevens die daarvoor nodig zijn niet allemaal boven water zijn gekomen.

Er is sprake van grote verschillen, bij voorbeeld in de lengte van de ketens. De keten voor appels van teler naar consument is relatief kort, terwijl die van brood veel langer is. De onderzoekers zien grote verschillen in de brutomarges.  “De grote lijn die hier  is te trekken, is dat bij bewerkte producten, zoals kipfilet en brood, het aandeel van de verwerker (slachterij, bakker) meer dan de helft is, terwijl bij onbewerkte producten, zoals uien en appels, het aandeel in de consumenteneuro voor de supermarkten op kan lopen tot 68 procent. Grote aandelen in de brutomarges zeggen echter niets over de winstgevendheid per product”, aldus de rapportage.

Beheer
WP Admin