AlgemeenNieuws

Niels Lentjes krijgt boete van bijna 8 ton

Den Haag – Niels Lentjes moet een boete betalen van bijna €800.000.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) laat in hoger beroep twaalf boetes, voor het op grote schaal uitrijden van mest met omzeiling van de meststoffenboekhouding, grotendeels in stand. Dit heeft het College vandaag uitgesproken. Lentjes heeft in 2009 en 2010 op grote schaal de Meststoffenwet overtreden. Naast zijn optreden als mestbemiddelaar huurde hij ook landbouwgronden waar grote hoeveelheden mest op uit werden gereden. Het College laat de aan hem en zijn ondernemingen opgelegde boetes in stand, ook al was hij indertijd minderjarig. Het CBb oordeelt dat Lentjes, ondanks zijn minderjarigheid ten tijde van de overtredingen, “zich in het economische verkeer als een volwassene heeft gemanifesteerd en kans heeft gezien om een omvangrijke mesthandel op te zetten”.

De bijna €800.000 is het totaal aan boetes, inclusief de betrokken bedrijven van Lentjes. De wet maximeert de boete die in deze zaken aan een natuurlijke persoon kan worden opgelegd op €45.000. Aan Niels Lentjes zelf is dat laatste bedrag opgelegd.

Ook zijn landbouwers beboet die mest van deze jonge handelaar, inmiddels 21 jaar, hebben afgenomen. Ze hebben de rechter niet duidelijk kunnen maken middels de mestboekhouding dat zij de mest weer hebben afgevoerd dan wel hebben opgeslagen. De rechter acht dus bewezen dat de mest op of in de bodem terecht is gekomen van de tot het bedrijf behorende landbouwgrond.

Het CBb volgt deze landbouwers niet in hun verweer dat zij slachtoffer waren van mestdump en door de hoofddader waren misleid. In sommige gevallen werd de mest overdag op het erf of in de nabijheid van de boerderij geleverd. Volgens de rechter moest de boer er weet van hebben dat er mest werd geleverd. Deze boetes blijven in hoger beroep in stand.

Ten slotte is een bedrijf beboet dat voor Lentjes bemiddelde en mest doorleverde aan boeren, omdat dit bedrijf niet kon aantonen aan welke afnemers vrachten mest werden geleverd. Het College heeft deze boete gedeeltelijk in stand gelaten.

Uit de diverse uitspraken van het CBb blijkt dat de controleorganisatie Algemene Inspectiedienst niet veel moeite had met het opsporen van de transporten met zwarte mest. Middels informatie afkomstig van de GPS-systemen op de vrachtauto’s zijn de laad- en loslocaties bepaald. Bij elke vracht mest hoort een mestbon waarop staat waar de mest, bij wie is geladen en vervolgens weer gelost wordt. Zowel de veehouder die de mest levert, als de boer die de mest ontvangt moet de bon tekenen. Na controle door de AID bleek ook dat de informatie op de mestbonnen niet altijd overeenkwam met de werkelijkheid op basis van gps-informatie.

Deze uitspraken zijn definitief: hoger beroep is niet mogelijk, het CBb is de eindrechter in deze zaak.

Niels Lentjes wil nog niet reageren op de uitspraak van het College. Lentjes: “Ik wil eerst de uitspraken lezen en overleggen met de betrokken personen.” Op de vraag of hij de boete kan betalen, reageert hij: “Dan moet ik eerst even in mijn spaarpot kijken. Die zit niet vol.”

Naast deze zaak is Lentjes nog verwikkeld in twee andere zaken. In april vorig jaar sprak de rechtbank in Zutphen het faillissement uit van Mesthandel Niels Lentjes bv. Er zijn 27 schuldeisers. De schuld van de failliete onderneming staat op bijna €630.000, aldus het vierde faillissementsverslag van curator mr. Chris Diks. In augustus dit jaar is Lentjes door de rechtbank Gelderland persoonlijk aansprakelijk gesteld voor het faillissement. Lentjes moet van de rechtbank een voorschot betalen van € 175.000 om de schulden af te betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad. Dit houdt in dat Lentjes, zijn moeder of de holding direct moet overgaan tot betaling, ondanks het feit dat hoger beroep tegen het vonnis mogelijk is. Tot op heden heeft Lentjes nog niet aan het vonnis voldaan, ondanks sommatie, aldus de curator. Lentjes heeft tot 13 november aanstaande de mogelijkheid om tegen dit vonnis in hoger beroep te gaan.

Definitieve vaststelling van de schade van alle schuldeisers moet nog plaatsvinden. Hiervoor moet de crediteurenlast definitief  worden vastgesteld. Donderdag 30 oktober is er hierover een zitting bij rechtbank Gelderland. De curator laat weten goede hoop te hebben dat de 27 schuldeisers nog geld tegemoet kunnen zien, ook na uitbetaling aan de boedelschuldeisers (onder andere de curator) en preferente crediteuren (onder andere de belastingdienst).

Als Lentjes geen hoger beroep instelt tegen het vonnis omtrent het faillissement en de curator ontvangt niet het voorschot, dan zal de curator overwegen het huis van Lentjes’ moeder in de zaak te betrekken.  De curator heeft eerder beslag gelegd op de woning. Daar zit volgens Diks een ‘fikse overwaarde’ op, maar onvoldoende om de totale schuld te kunnen voldoen.

De boete van 8 ton die Lentjes moet betalen heeft niet direct gevolgen voor de afwikkeling van het faillissement. De boete die Mesthandel Niels Lentjes bv eerder opgelegd had gekregen in deze mestzwendelzaak stond al op de crediteurenlijst van de curator. De hoogte van die boete is dus in stand gebleven. Alleen als die boete lager was uitgekomen was er meer geld te verdelen onder de schuldeisers.

In weer een andere zaak heeft Lentjes nog een ton boete boven zijn hoofd hangen plus een jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf, vanwege het kopen van fourage zonder daarvoor te betalen. Er is hoger beroep aangetekend. Mogelijk eind dit jaar of anders begin volgend jaar wordt deze zaak voortgezet.

Beheer
WP Admin