Agrosector loopt achter bij innovatie

Rotterdam – De agrarische sector loopt – vergeleken bij andere sectoren in Nederland – achter bij de innovatie. Dat blijkt uit een onderzoek dat is gedaan door de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit in samenwerking met Panteia/EIM.

Onderzoeker Henk Volberda, hoogleraar Strategisch Management en Ondernemingsbeleid, zegt dat de beperkte toegang die kleine en middelgrote bedrijven hebben tot kennisinstituten, het voor de agrarische sectoren lastig maakt werkelijk te innoveren. De sector kenmerkt zich door een groot aantal relatief kleine ondernemers. Volberda zegt dat het eigenlijk beter zou zijn de agrarische sector in Nederland te vergelijken met dezelfde sector in Duitsland of Frankrijk.

Grote bedrijven kunnen gemakkelijker investeren in ontwikkeling en onderzoek (R&D), omdat er allerlei fiscale voorzieningen zijn die dat vergemakkelijken. Volberda meent dat het midden- en kleinbedrijf betere  fiscale faciliteiten zou moeten krijgen om meer te kunnen doen aan ontwikkeling en onderzoek. Aan de andere kant is het niet goed om alle pijlen te richten op R&D alleen, zegt Volberda.

Het blijkt dat investeringen in de medewerkers, in samenwerking met andere partijen, in vakmanschap en een platte organisatie uiteindelijk ook resulteren in meer innovatie. Soms is het ook een kwestie van lange adem. Volberda noemt het voorbeeld van een zaadbedrijf, dat er twaalf jaar over deed om een apparaat te ontwikkelen, dat met behulp van röntgenapparatuur de kiemkracht van zaad kan bepalen, waardoor de opbrengst aanmerkelijk kan worden vergroot.  “Dat apparaat was er nooit gekomen als de horizon van de ondernemer niet verder was gegaan dan één jaar.”