Bemesting van grasland. - Foto: Michel Velderman AlgemeenOpinie

’Realistisch blijven bij mineralenconcentraten’

Er is een stevige lobby gaande voor erkenning van ‘mineralenconcentraten’ als ‘kunstmestvervanger’. Twee lastige termen die even onduidelijk als politiek zijn.

Het woord ‘concentraten’ is ietwat misleidend, want het bewerkte digestaat is verre van geconcentreerd. Dunne gier is een beter woord. Dan het woord ‘kunstmestvervanger’. Veehouders willen dat het stempel ‘dierlijk’ eraf gaat, zodat het spul niet meer meetelt als dierlijke mest. Lukt dat, dan kan het de concurrentie met kunstmest goed aan. Niet omdat het een betere meststof is, maar vanwege een lagere prijs. Kunstmestverdringer is daarom een betere term.

Bemestende waarde

In de praktijk zullen vooral de rundveehouders zelf het concentraat gebruiken. Dat de bemestende waarde wat minder is dan die van kunstmest, wordt ruimschoots goedgemaakt door een dubbele kostenbesparing: minder (stikstof)kunstmest kopen, minder digestaat afvoeren.

Ingewikkelde toelatingsprocedures én controles

Klinkt leuk. Maar er is een andere kant. Wie ijvert voor toelating als niet-dierlijke meststof, moet niet raar opkijken als er ook ingewikkelde toelatingsprocedures komen plus bijbehorende controles. Er is niet één, maar een hele stoet concentraten. Allemaal met verschillende productiewijze en werking.

De ontwikkeling van de concentraten biedt kansen en verdient stimulering. Maar verwacht er niet alle heil van. Wensdenken heeft al vaker geleid tot teleurstellingen in de wereld van de mest.

Beheer
WP Admin