‘Wet dieraantallen is linke soep’

Het rapport over de relatie tussen gezondheid en intensieve dierhouderij leidde tot veel beroering. Onder andere omdat de overheid naar aanleiding van het rapport de provincies de mogelijkheid willen geven om op dieraantallen te sturen. In het belang van volksgezondheid en leefomgeving. Maar die soep wordt niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Of toch wel?

Tot nu toe zegt alleen Brabant daadwerkelijk een limiet te willen stellen aan het aantal varkens, koeien en kippen, zodra de Wet dieraantallen en volksgezondheid van kracht is. En dat uit pure noodzaak. Burgerinitiatieven en milieuorganisaties in Zuidoost-Brabant willen namelijk alleen nog meewerken aan een nieuw mestbeleid – waaronder het toestaan van mestverwerkingsinstallaties – mits er geen kip meer bijkomt.

Verminderen emissies het belangrijkst

Diverse experts geven aan, waaronder onderzoekers die zelf aan het rapport hebben meegewerkt, dat sturen op dieraantallen niet de meest voor de hand liggende weg is om gezondheidsproblemen te voorkomen. Het verminderen van emissie is het belangrijkst. En dat kan op andere manieren veel effectiever.

Wet in ander daglicht als dierrechten vervallen

Met die wetenschap wordt komend najaar de politieke discussie over de invoering van de Wet dieraantallen geen appeltje-eitje. Tegelijk zal de politiek zich ook moeten buigen of de varkens- en pluimveerechten per 2018 worden verlengd. De Wet dieraantallen is zeker niet afgerond voor de Tweede Kamerverkiezingen op 18 maart 2017. Die bal ligt dan bij het nieuwe kabinet. Hoe dan ook: indien de dierrechten vervallen, komt de Wet dieraantallen in een heel ander daglicht te staan.