‘Adempauze in mestverwerkingsstrijd’

Mestverwerker Wout Houbraken in Bergeijk hoeft zijn installatie niet onmiddellijk stil te leggen.

Hij is weliswaar in overtreding, toch oordeelt de rechter in een bestuursrechtelijke voorlopige voorziening dat hij dit jaar nog 13.000 ton mag innemen. De rechter ziet dat varkenshouders de dupe zouden worden van directe innamestop.

Houbraken heeft echter allerminst gewonnen. Hij had niet zonder vergunning zo fors mogen uitbreiden, van 25.000 naar 85.000 ton in 2015. Tot juli dit jaar was er al bijna 62.000 ton verwerkt. Provincie Brabant kan dit niet tolereren, aldus de rechter. Het zou ook oneerlijk zijn tegenover concurrenten die wel wachten op de vergunning.

Mestdiscussie in een notendop

De zaak-Houbraken is de mestdiscussie in een notendop. Mestverwerking moét, zoveel is wel duidelijk, maar de regel/vergunningplicht ligt veelal dwars. Vrijwel elk initiatief strandt in procedures of politieke onwil. De rechter spreekt in zijn vonnis over een ‘adempauze’ voor Houbraken om met de provincie te overleggen.

Als provinciale en gemeentelijke besturen de politieke moed hebben de veehouderij aan banden te leggen, moeten zij ook het lef tonen om de blijvers te faciliteren. Mestverwerking en nieuwe stalsystemen dragen vaak bij aan oplossing van het probleem. Zonder die intentie is zo’n adempauze als in de zaak-Houbraken kansloos.