‘Meer reuring nodig om glyfosaat’

In Brussel wordt momenteel een voor de akkerbouw uiterst belangrijk debat gevoerd. Het gaat om de toelating van glyfosaat.

Het economische belang hiervan is veel groter dan dat van de neonicotinoïden. Toch is er veel meer reuring over de bijen en de neonics dan over de onkruidbestrijder. Ten onrechte.

Glyfosaat is meer dan een onkruidmiddel

Als het over glyfosaat gaat, wordt meestal meteen de koppeling gelegd met Monsanto en GMO-gewassen. Maar er is veel meer. Het is meer dan een onkruidmiddel. Het is al heel lang in veel bedrijven een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Zonder glyfosaat wordt de teelt van groenbemesters een stuk ingewikkelder. Zonder dit middel, dat nog niet zo lang geleden als volstrekt ongevaarlijk te boek stond, is een niet-kerende grondbewerking amper denkbaar.

Omschakelen naar biologisch niet voor elke teler optie

Het gaat te ver om glyfosaat als onmisbaar te bestempelen. Er zijn altijd nieuwe oplossingen mogelijk. Het is ook de vraag of het wel zo slim is graan te bespuiten korte tijd voor de oogst. Los daarvan is het twijfelachtig of milieu en volksgezondheid beter af zullen zijn zonder glyfosaat. Omschakelen naar biologische teelt is niet voor iedereen een optie. Waarschijnlijker is dat de hoofdmoot van de telers wel-toegelaten gangbare methoden zullen kiezen. En die zijn ofwel energie- en arbeidsintensiever, of giftiger.

Verbod vanaf 1 juli nog steeds reëel

Op dit moment is een verbod per 1 juli aanstaande (!) nog steeds een reële mogelijkheid. Gezien de impact daarvan is het veel te stil rond glyfosaat.

Lees ook: Van Dam: vooralsnog geen extra maatregel glyfosaat