<em>Foto: Marcel van Hoorn</em> AlgemeenOpinie

‘Hoort een sleufsilo bij een stal?’

Zijn sleufsilo’s, mestsilo’s en erfverharding aanhorigheden bij de stal? Ik weet het niet. En ik ben niet de enige. Ook de belastingdienst en de agrarische accountantskantoren weten het niet. Daarom wordt deze vraag voorgelegd aan de belastingrechter.

Nu mag er ook wel een keer duidelijkheid komen, want sinds de invoering van de afschrijvingsbeperkingen op bedrijfsgebouwen in 2007 is deze vraag al van belang. Het heeft dus bijna tien jaar geduurd voordat de vraag – die voor heel veel agrarische ondernemingen van belang is – aan de belastingrechter wordt voorgelegd.

Het belang van de proefprocedures die op dit moment worden opgestart, zit hem in de afschrijvingsmogelijkheden. Op gebouwen mag je slechts afschrijven tot op de bodemwaarde. De bodemwaarde is 50% van de WOZ-waarde als het gebouw in de eigen onderneming wordt gebruikt. Deze beperking geldt niet voor andere bedrijfsmiddelen. Die mag je afschrijven tot restwaarde. Als de sleufsilo in de proefprocedure aanhorig is aan het gebouw, dan valt de silo onder de afschrijvingsbeperkingen. Hetzelfde geldt voor de mestsilo en de erfverharding.

Geen overeenstemming

Het zal u niet verbazen dat de Belastingdienst stelt dat de erfverharding en de silo’s een aanhorigheid zijn en daarom tot het gebouw behoren. De agrarische accountantskantoren verenigd in de VLB zijn een andere mening toegedaan. Volgens hen is er sprake van drie vrijstaande bedrijfsmiddelen waar zonder beperking op kan worden afgeschreven. Langdurig overleg tussen de fiscus en de VLB heeft op dit punt geen oplossing gebracht.

Over heel veel andere bedrijfsmiddelen is er overigens wel degelijk overeenstemming of deze tot het gebouw horen of niet. Van de vele bedrijfsmiddelen waar wel overeenstemming over is, is een overzicht gemaakt die op de site van de Belastingdienst staat vermeld.

‘Beter laat dan nooit’

Om ook duidelijkheid te krijgen over de fiscale status van sleufsilo’s, mestsilo’s en erfverhardingen, heeft de VLB in overleg met de Belastingdienst drie zaken uitgezocht om een proefprocedure mee op te starten. De Belastingrechter zal kan nu een bindend oordeel geven. Maar dit oordeel zal toch wel weer een paar jaar op zich laten wachten. De rechterlijke molens draaien nu eenmaal niet zo snel.

Op zich is het een prima zaak dat er straks duidelijkheid komt over hoe sleufsilo’s, mestsilo’s en erfverharding fiscaal moeten worden afgeschreven. Al vind ik het onbegrijpelijk dat het bijna tien jaar heeft geduurd om duidelijkheid te vragen aan de belastingrechter. Beter laat dan nooit zullen we maar zeggen.

Beheer
WP Admin