<em>Foto: Henk Riswick</em> AlgemeenOpinie

‘Waarom het goed is als boeren de stad in gaan’

Boeren en (een deel van de) burgers botsen over dierenwelzijn. We zien dat nu met de discussie over kalveren. Dit is geen incident, volgens Hannah Jansen. Tijd voor een rechtstreekse dialoog.

Melkveehouders reageerden geschrokken vorige maand: had de Tweede Kamer echt besloten dat koe en kalf na geboorte langer bij elkaar moesten blijven? Omwille van het dierenwelzijn? Terwijl het voor melkveehouders duidelijk is dat kalveren juist minder stress en minder kans op ziektes hebben als ze direct na geboorte worden gescheiden. Waarom dan deze uitspraak? In tweede instantie waren melkveehouders vooral laconiek. De uitspraak kwam voort uit emotie, zo dacht men.

Er komt nu een plan van aanpak en uiteindelijk zal het waarschijnlijk wel loslopen. Maar onderhuids blijft het broeien. De uitspraak is namelijk exemplarisch voor de kloof tussen politiek/consument en ‘platteland’, een communicatieprobleem kortom tussen twee totaal verschillende belevingswerelden. En die kloof is niet zomaar gedicht, alle open boerderijdagen ten spijt.

Geen incident

Deze uitspraak is niet iets om laconiek over te doen. Ten eerste is het geen incident. Er komen potentieel meer van dit soort uitspraken. Denk aan de koe in de wei, hogere btw op vlees, etc. En steeds zal de boer zich moeten verdedigen, met alle kosten van dien.

Ten tweede is imago wel degelijk belangrijk. De boer staat er bij consumenten niet altijd goed op. Beelden van plofkippen en megastallen zijn debet aan het imago. Terwijl dat beeld voor veel boeren geen opgeld doet. “Ze begrijpen ons gewoon niet”, denken veel boeren dan en gaan door met hun werk. Maar laconiek doen over de zorgen van de consument voldoet niet: uiteindelijk komt dat als een boemerang terug.

Ten derde: de consument bepaalt uiteindelijk. Met de portemonnee in de supermarkt of met de partijen die zij steunen: de consument bepaalt. En dat is iets om altijd rekening mee te houden.

Wantrouwen

Er zijn drie sentimenten om rekening mee te houden. Allereerst: De consument voelt wantrouwen tegenover zijn voedselbron.

Jarenlang woonde ik in de stad en ik observeerde een ‘unheimisch’ gevoel over waar ons voedsel vandaan komt. Je moet vertrouwen hebben in de producent en in de leverancier. Vertrouwen dat ze je geen zooi voorschotelen en dat jouw voedselkeuze verantwoord is. Ondanks veel goede intenties voelen consumenten zich steeds op het verkeerde been gezet. Denk aan het akkefietje rond de ‘puur & eerlijk’-producten van Albert Heijn. Een jaar geleden bleken die helemaal niet zo puur en eerlijk te zijn. De marketing bleek niet in overeenstemming met de werkelijkheid.

Machteloosheid

Tweede sentiment is machteloosheid. Wie moet de consument nog geloven? En wat kunnen ze doen? De meeste mensen hebben geen tijd of goede informatiebronnen om over al hun voedsel alles te weten te komen. Om hoofd te bieden aan de machteloosheid, gaan ze af op keurmerken of liken een Facebook-campagne van Wakker Dier. Maar onderhuids blijft dat gevoel dat ze geen echte invloed hebben.

Sympathie

Het goede nieuws: De consument heeft óók veel sympathie voor het platteland.

Het beeld van de consument van het boerenbedrijf is niet alleen negatief. Denk aan het succes van Boer zoekt vrouw. Ook is er het (romantische) beeld van koeien en lammetjes in de wei. Het zijn kansen om meer sympathie te creëren.

Wat kan de landbouwsector doen?

Lobby/campagne richting consumenten. Organisaties als Wakker Dier, FoodWatch en Partij voor de Dieren hebben ijzersterke publiekscampagnes. De landbouw is in zijn communicatie behoorlijk op zichzelf gericht. Hier valt een wereld te winnen: vertel een beter verhaal! Inspelen op ‘lokaal’. Boeren kunnen veel meer uit deze trend halen, door hun producten duidelijk als Nederlands te positioneren. Dit kan zelfs positief impact hebben op de prijs. Bied meer kennis en ga het gesprek aan met consumenten. Waarom niet een rechtstreekse dialoog? Op die manier ontstaat er onderling meer begrip. En maak dat gesprek zichtbaar voor de buitenwacht, zodat ook zij het kunnen horen.

Ik hoor u denken: ik heb hier toch helemaal geen tijd voor. Natuurlijk is de landbouw druk met de dagelijkse praktijk, fosfaatrechten en dalende melkprijzen. Maar uiteindelijk is de consument de klant. En dat is niet iets om te gemakzuchtig aan voorbij te gaan.

Hannah Jansen Morrison is communicatiestrateeg en schrijver.

Beheer
WP Admin