<em>Foto: ANP</em> AlgemeenOpinie

‘Einde vermogensrendementsheffing?’

Belasting heffen mag, maar het moet niet te gek worden. Als belastingheffing buitensporig wordt en in feite leidt tot onteigening, dan is dat in strijd met de Rechten van de Mens.

Dit lijkt het geval te zijn met de vermogensrendementsheffing in box 3. De Hoge Raad buigt zich op dit moment over de vraag of de huidige belastingheffing over privévermogen door de beugel kan. De Advocaat-Generaal (A-G) heeft in zijn onafhankelijke advies aan onze hoogste rechter gezegd dat de wetgeving niet deugt. Volgens hem is de vermogensrendementsheffing strijdig met artikel 1 EP bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.

‘Het recht van ongestoord genot van eigendom’

De heffing is volgens hem in strijd met het recht van ongestoord genot van eigendom dat wordt beschermd door artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM. De belastingheffing kan hoger zijn dan de daadwerkelijke opbrengst, doordat er wordt gewerkt met een forfaitair rendement (op dit moment 4%). Dat dat geen theoretische kwestie is, kunnen veel spaarders beamen. De rente die op dit moment wordt ontvangen op een spaarrekening is vaak lager dan de belastingheffing over het vermogen. Je teert dan in op je spaargeld.

Volgens de A-G is de heffing in strijd met het Europese mensenrechtenverdrag. Met name de wispelturigheid van de economie ten opzichte van het forfait, de willekeurige en onvoorspelbare belastingdruk voor vermogensbezitters en het gevaar dat de heffing als een onteigening uitwerkt en daardoor tot buitensporige belastingheffing leidt, kan niet door de beugel. Kortom, de procederende burger heeft volgens de A-G gelijk dat het genot van zijn eigendom wordt gestoord door de vermogensrendementsheffing van box 3.

A-G: regeling niet opheffen

Maar als het aan de A-G ligt, gaat de rechter de regeling niet opheffen of vervangen. De invulling van de regeling is aan de politiek. De wetgevende macht moet de tijd krijgen om de strijdigheid op te heffen. Als dit te lang duurt, kan de Hoge Raad aankondigen na verloop van tijd alsnog in te grijpen. Het ministerie van Financiën heeft inmiddels gereageerd en stelt zich begrijpelijkerwijs op het standpunt dat de vermogensrendementsheffing in box 3 binnen de ruime beoordelingsmarge valt die de wetgever toekomt. De Hoge Raad geeft binnenkort uitsluitsel.

Beheer
WP Admin