De vraag is: Wil je nog eten wat je verkoopt? AlgemeenOpinie

De vraag is: Wil je nog eten wat je verkoopt?

De bankensector en de land- en tuinbouw vertonen overeenkomsten. De vraag die centraal staat: zouden we het product dat we zelf maken ook zelf willen kopen?

Het boek Het kan niet waar zijn over de Britse bankensector is vorig jaar vaker dan de bijbel over de toonbank gegaan. Auteur Joris Luijendijk gaat inmiddels als een soort profeet door het land. De bankiers staan in zijn boek centraal. Er kunnen parallellen getrokken worden met de wereld waarin boeren en tuinders verkeren. Luijendijk stelt voortdurend de vraag die ook voor boeren en tuinders (en alle anderen in de voedselketen) relevant is: Zou u uw eigen product consumeren?

Net als bankiers maken boeren en tuinders deel uit van een complex en groot systeem waarbinnen ze soms het gevoel hebben dat ze geen ruimte hebben om eigen morele afwegingen te maken. Ze móeten wel mee in de maalstroom.

De grens opzoeken

Harry Paul, inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit merkte dat in het afgelopen jaar op verschillende plaatsen ook op: niet alles wat de wet niet verboden heeft, is daarmee ook moreel aanvaardbaar. Een deel van het bedrijfsleven lijkt de grenzen van de wet bewust op te zoeken.

Er is in in de land- en tuinbouw, net als in de bankensector, op sommige plaatsen een cultuur van wegkijken ontstaan. In de woorden van Luijendijk: “Als je amoreel bent kun je makkelijk ‘neutraal’ blijven en de andere kant op kijken wanneer collega’s – binnen de wet – dingen doen waarvan ze absoluut niet zouden willen dat anderen die met hen deden. Bovendien: als zij het niet doen, doet de concurrent het en gaan we uiteindelijk failliet.”

Lang leve de belastingbetaler

Luijendijk houdt de bankiers voor dat hun positie tijdens de bankencrisis is gered door de belastingbetaler: als de overheid niet had bijgesprongen, waren banken omgevallen. De bankiers realiseren zich dat, maar zeggen tegelijkertijd: als wij waren omgevallen, was de ramp voor de belastingbetalers nog groter geweest. In de land- en tuinbouw horen we een soortgelijke redenering: de overheid moet ons ondersteunen, want wij zorgen voor het eten van de burger, we onderhouden het landschap, enzovoorts.

Primaire voedselproducenten hebben gelijk – zij zorgen voor het eten van de Europese burger. Maar tegen welke prijs? Daarover hield de Tweede Kamer deze week een hoorzitting, naar aanleiding van het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. De WRR koerst op een omslag in het beleid, van landbouwbeleid naar voedselbeleid. Kijk naar de effecten van voedsel(consumptie) op de volksgezondheid, de gevolgen voor het klimaat, de ingrepen in het landschap, zei de WRR. En zorg dat het voedselsysteem schokken kan opvangen.

Tijdens de hoorzitting ontstond een hemelsbreed palet van opvattingen van Youth Food Movement tot de Koninklijke Horeca Nederland en van de Bionext tot het Centraal Bureau voor Levensmiddelen. Luijendijk ontbrak. Hij zou gepleit hebben voor nieuwe wetgeving: wetten die verbieden producten te maken die je aan jezelf niet wilt verkopen.

Beheer
WP Admin