Vion is een grote vleesverwerker, net als VanDrie Group. Beide zijn particuliere bedrijven. Vergaderboer betoogt dat coöperatieve vleesverwerking niet werkt. - Foto: Martijn ter Horst AlgemeenOpinie

‘Coöperatief vlees verwerken lukt niet’

VanDrie Group gaat misschien Vion overnemen. Dat roept de vraag op: waarom kunnen particuliere ondernemingen wel vlees verwerken en verkopen en coöperaties niet?

“Heel eenvoudig”, zegt Hanna. “Bij de particuliere vleesverwerkers zitten vaklui aan het roer. Die hebben gevoel voor het product en de markt. Die weten waar de winst zit. Bij coöperaties is het anders. Daar worden leiders benoemd die gewoon een goede baan willen hebben. Die zijn niet besmet met het virus van de veehandel. Het zijn ambtelijke figuren, die werken volgens het boekje. Particulieren zijn niet ambtelijk, maar ambachtelijk. Hebben gevoel voor de markt. Dat komt uit hun hart en niet uit een leerboek.”

‘Boerenbesturen denken dat ze leiding geven, maar ze wórden geleid’

“Je vergeet de boerenbesturen”, zeg ik. “Die geven toch ook leiding met hun volle boerenverstand?”

“Dat denken ze”, sneert Hanna laatdunkend. “Maar ze varen op de koers van de directies. Die bepalen waar het met de onderneming heen gaat. Je ziet het bij Vion. Uiterst bekwame en beminde boerenbestuurders, zoals Hans Huijbers, maar de boel gaat wel naar de knoppen. Er zijn weinig bestuurders, die boeren meer geld hebben gekost dan Huijbers. Ondertussen houdt hij wel het vertrouwen van zijn achterban.”

Vleesverwerking geen coöperatieve, maar particuliere zaak

Dat laatste is natuurlijk wel een prestatie. Maar dat neemt niet weg dat coöperaties uit het beeld van de vleesverwerking zijn verdwenen. Naast Vion voor varkens en rundvee, is ook het pluimveevlees in handen van de particuliere slachters. Van Drie deelt de lakens uit in de vleeskalversector.

‘Coöperatief model werkt niet bij verwaarding vlees’

De conclusie kan niet anders zijn dat het coöperatieve model niet werkt bij het verwaarden van vlees. De vraag is natuurlijk of het ligt aan de kwaliteit van de vergaderboeren, of bij de mensen die ze aanstellen. Een antwoord is moeilijk te geven. Want bij de zuivel lukt het namelijk wel. Daar zijn we blij met Cono, Rouveen en FrieslandCampina.

“Ook daar waren het de directeuren, die de toon zetten”, zegt Hanna beslist. “In dezelfde volgorde als hierboven: de directeuren Hulst, Wevers, Olijslager en later ’t Hart zetten uitstekende ondernemingen neer. Het bestuur koos alleen de goede mensen voor de functie”.

Ze heeft gelijk.

Beheer
WP Admin