AlgemeenOpinie

Voedselzekerheid is boerzekerheid

Gezien de publicaties die her en der in de pers verschijnen, lijkt het dat de wetenschappers het aardig eens zijn over het voedselprobleem. Ik doel niet op de hoge of lage prijzen voor landbouwproducten, maar de oorzaak van de honger op de wereld.

Die honger wordt volgens de wetenschappers niet veroorzaakt door een te lage productie aan voedingsmiddelen of een teveel aan voedingsmiddelen die in de brandstoftank verdwijnt. Nee de oorzaak is de verdeling over de aarde. Met andere woorden de rijken kunnen zich veroorloven eten te kopen en weg te gooien, maar de armen hebben niet de mogelijkheid het toch al goedkope voedsel te kopen. Willen we dit probleem oplossen, dan zal er iets anders moeten gebeuren dan nu het geval is.

Vrije wereldmarkt biedt geen kansen voor de armen

De afgelopen decennia heeft ons geleerd dat de vrije wereldmarkt, hoe prettig ook voor de handel, de armen niet de kans heeft gegeven om eten te kopen. De voedselzekerheid die we voor de vrije wereldmarkt hadden gecreëerd door voedselhulp, is niet de oplossing gebleken. We zullen de bakens moeten verzetten. Helaas is de mondiale politiek hier niet van gediend of niet toe in staat.

Zolang wij de opbrengstprijs voor basisvoedsel laten dicteren door de wereldmarkt, die vroeger bestond uit een dump markt en nu gedicteerd wordt door de verkoper met de laagste kostprijs, zal de voedselzekerheid samen met de boerenstand worden verkwanseld.

Boeren produceren na 1 april tegen de klippen op

Stel onze basisproducten leveren morgen een lagere omzet per hectare op dan de markt voor bio based economy, dan daalt het aanbod van voedings- en diervoedergrondstoffen met alle gevolgen van dien. Neem als voorbeeld de mondiale melkprijs van 2014 en daarvoor. Hij fluctueerde binnen acceptabele grenzen. Na 1 april 2015 moet de wereldmarkt de prijs zetten. Het gevolg is duidelijk, de boeren konden zich niet inhouden en produceren meteen tegen de klippen op, omdat ze uitgingen van de goede prijs. Na vier maanden is het alleen nog kommer en kwel in de zuivel. Het ene zuivelland na het andere heft de klaagzang aan en hun boeren gaan de straat op.

Ik zou kunnen zeggen jammer dan, had je maar rustig moeten door melken alsof het quotum nog bestond. Ik weet wel dat er een handelsprobleem met de Russen is ontstaan, maar dat kan nooit tot een totale verstoring van de markt leiden. De Russen hebben immers nog genoeg mogelijkheden om zuivel in andere landen te kopen. Dit zou dan alleen een verschuiving op de markt betekenen. Willen we de Russen de schuld geven, dan is het hun inflatie, waardoor import voor de gewone Rus veel te duur is geworden waarna hun (zuivel)import op een laag pitje is gezet.

Lage zuivelprijs nog niet laag genoeg voor de armen

Helaas het toch ontstane overschot en de bijbehorende lage prijs heeft nog steeds niet het peil bereikt waarop de armen het zich kunnen permitteren om boter, kaas en yoghurt te consumeren. Onze boeren zijn bezig het loodje te leggen en daarmee zal de productie verminderen, volgens de marktgeleerden. Met als gevolg dat de markt in evenwicht komt en de prijs voor de producent weer acceptabel wordt. Helaas een te hoge prijs voor de minder bedeelden, die nu nog net kunnen eten.

Deze productiebeperking zal zeker de voedselzekerheid niet dienen en de boeren ook niet, want zij zullen nog steeds geplaagd worden door de producent met de laagste kosten. Doorgaans is dat de de industriële productie, gefinancierd door beleggingsfondsen gevuld met onder andere ons westerse pensioengeld.

Negatieve gevolgen vrije wereldmarkt

Bovenstaande negatieve gevolgen van de vrije wereldmarkt betekent dat de arme landen geen werk, geen inkomen en dus geen eten hebben. Hoe kunnen zij hun leven beteren? Zij hebben geprobeerd hun leven te beteren door tegen hongerloon voor de rijken het eenvoudige industriële handwerk te doen. Of vluchten uit de benarde positie in de hoop, dat het rijke Noorden (Europa, Verenigde Staten) hen meer perspectief kan bieden. Helaas heerst hier dankzij dezelfde vrije markt ook werkloosheid bij de laagopgeleide bevolking, de groep die deels noodgedwongen leeft van de Voedselbank en sociale uitkeringen.

Voedselmarkt scoort economisch voldoende, maar sociaal onvoldoende

We moeten dus zoeken naar een systeem dat zowel de voedselzekerheid als de boerenstand ten goede komt. Hoe vreemd het ook klinkt, de markt doet op economisch punt zijn werk naar behoren, maar op sociaal gebied en op duurzaamheid faalt zij compleet. Om nog maar niet te spreken over vrede en terugdringen van (oorlogs)geweld.

Markt voor basisvoeding meer regionaal maken

Als we de markt voor basisvoeding meer regionaal maken, met regionale prijzen die passen bij de levensstandaard en inkomensstandaard van de betreffende regio, hebben we meer kans op voedselzekerheid voor iedereen. Het betekent immers dat de voedselprijzen op een niveau liggen die ons niet meer afhankelijk hoeven te maken van onderbetaalde producenten met alle onzekerheid van dien. Misschien kunnen we door dit systeem weer meer mensen laten deelnemen aan betaalde arbeid, omdat er door dit iets duurdere eten in het rijke deel van de wereld financiële ruimte ontstaat om mensen in het arbeidsproces op te nemen. Hierdoor kan de sociale lastendruk dalen. Dit zal zeker het geval zijn in het arme deel van de wereld, waar wij nu onze goedkope grondstoffen vandaan halen, geproduceerd onder industriële omstandigheden op bodem waar vroeger eten groeide voor de lokale bevolking, hoe extensief ook!

Boeren worden weer baas over voedselproductie

Tot slot betekent deze verandering dat boeren weer meer baas worden over de voedselproductie en dat het kapitaal minder invloed op de boeren krijgt en daarmee op ons voedsel. Maar uiteindelijk wordt dan ook de consument minder afhankelijk van het dictaat van het grootkapitaal.

Ik weet wel dat dit idee lijkt op terug naar de tijd van voor Mansholt, maar het huidige beleid heeft alleen de handel en het grootkapitaal verrijkt, onder regie van hoofdzakelijk linkse politiek. Iedere boer die zegt dat hij rijk is geworden met boeren, moet goed bij zichzelf te rade gaan. Dan zal hij tot de conclusie komen dat hij op papier schatrijk is, maar nauwelijks zijn rekeningen kan betalen. De (ex)boer die rijk is, is rijk geworden van de verkoop van zijn bedrijf, dus aankoop en verkoop. Dit laatste valt onder handel. De handelaar die zegt dat hij rijk is, kan doorgaans al zijn rekeningen met gemak betalen en dan ook nog leven als God in Frankrijk.

Dit laatste is voor de meeste boeren een droom die hopelijk pas in vervulling gaat als hij zijn bedrijf verkoopt op de vrije markt.

Beheer
WP Admin