Behoefte aan propaganda-offensief landbouwsector?

De agrosector maakt zich de laatste tijd nogal druk over zijn imago. Zelfs Yvon Jaspers wordt ingezet om daarin verbetering te brengen. Dan komt het vast wel goed.

Het is trouwens twijfelachtig of er wel echt een probleem is, want het imago van ‘de landbouw’ bij het grote publiek is vrij goed. Bij de jaarlijkse enquêtes krijgt de sector al jaren ongeveer een 7,5. De varkens- en pluimveehouderij scoren lager, maar ook die halen een ruime voldoende. Kritiekpunten die in de enquêtes worden genoemd, betreffen vooral deze sectoren.

‘Zorg dat je je zaakjes op orde hebt’

De vraag is of een propaganda-offensief de juiste reactie is op de kritiek. De grondregel voor imagobevordering is, vrij vertaald: zorg dat je je zaakjes op orde hebt en draag dat uit. Is er binnen de sector wel voldoende oog voor die volgorde? De neiging bestaat om sterk defensief te reageren op kritiek en om critici van de ‘industrialisering’ van de veehouderij weg te zetten als ‘linkse lui die terug willen naar een Ot en Sien-landbouw’.

Verbeteringen

Een eerlijk verhaal heeft meestal twee kanten. Op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid is de laatste decennia veel verbeterd. De critici hebben daarvoor te weinig oog en evenmin voor de harde economische context waarbinnen de veehouderij plaatsvindt. Die verbeteringen kwamen overigens meestal wel tot stand onder druk van de overheid of van andere partijen in de keten, en dat noopt tot bescheidenheid. Bovendien blijft er nog heel wat te verbeteren; zo heeft bijvoorbeeld minder dan 10 procent van de veestapel een of meer dierenbeschermingssterren en dreigt het percentage weidende melkkoeien verder af te nemen.

Meer dan economie

Het wegwuiven van maatschappelijke kritiek door te wijzen op de economische betekenis van de sector, lijkt me niet erg vruchtbaar. Alsof de koopman probeert de kritiek van de dominee te pareren door te wijzen op het belang van de handel. Een sterke nadruk  op economische prestaties kan zelfs averechts werken, omdat het de indruk bevestigt dat bij de agrarische productie alles draait om de economie. Maar voedselproductie, en zeker veehouderij, is toch meer dan economie?