Chauvinisme brengt weinig goeds

In de grotere landen om ons heen tiert het chauvinisme welig als het om voeding gaat. En het wordt alleen maar erger.

De Franse boeren koelen hun woede op vrachtwagens die buitenlandse waar transporteren. De gendarme knijpt een oogje toe en de minister verzekert de Franse boeren dat ze alles zal doen om Franse waar aan te prijzen én af te nemen.

In Engeland geen vrachtwagenplunderingen maar verder is het daar niet veel beter. Daar is het overal ‘buy British’ wat de klok slaat. De etiketten met de Union Jack schreeuwen je toe in de supermarkt. Ook Duitsland, dat toch altijd een trouwhartige afnemer was van exportland Nederland, gaat steeds meer deze kant op. Vlees moet tegenwoordig liefst komen van dieren die op Duitse bodem zijn gefokt en geslacht, herkenbaar aan het logo ‘DDD’.

Dit is erg bedreigend voor een exportland als Nederland, dat overigens zijn eigen uitingsvorm heeft van chauvinisme. Nederlanders gaan er juist prat op dat ze exportkampioen zijn. We vinden dat de hele wereld van ons moet leren hoe ze landbouw moeten bedrijven. Ook dat laat weinig ruimte aan anderen.

Er zijn vast allemaal verklaringen voor deze groei van de doorgeslagen eigendunk. Heimwee naar vroeger toen de wereld overzichtelijk was? Een reactie op de mondialisering? Een wat naïef streven naar korte kringlopen? Hoe het ook zij, met een beetje trots is niet zo veel mis, maar als het doorschiet krijg je chauvinisme en dat levert weinig goeds.