AlgemeenOpinie

Toezichthouder NVWA toe aan uniforme controlemaatstaven

Topman Harry Paul van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft in de voedingsindustrie in het voorbije jaar regelmatig de maat genomen met opmerkingen als ‘de wet is niet de maat van alle dingen’, ‘denk niet dat, als je je aan de minimumnorm houdt, je dan goed zit’ en ‘in de voedingsindustrie ontbreekt het aan ethisch besef’. Terechte opmerkingen, want er wordt wat aangerommeld met voedsel en grondstoffen daarvoor. Goed ook dat de NVWA bedrijven een hoger doel wil voorhouden.

Dat gaat echter alleen maar als de NVWA zelf ook vergelijkbaar hoge kwaliteitsmaatstaven hanteert. Helaas is dat niet steeds het geval. Het presteren van de NVWA op met name het toezicht aan de bron, van voer- en voedingsgrondstoffen, is op zijn best dubieus te noemen.

Uit het buitenland binnenkomende scheepsladingen met sojabonen, mais, granen en andere agrarische grondstoffen worden heel beperkt door de NVWA gecontroleerd. Met name als de ladingen binnenkomen bij grondstoffenreus Cargill en het transporten betreft die bij de vrije handel zijn ingekocht (zogenoemde ‘any origin’-vrachten).

Cargill neemt op grond van een toezichtconvenant met de NVWA zelf de controle en bemonstering van ladingen voor haar rekening, de NVWA ziet toe of alles goed wordt gedaan. Onaangekondigde controles en bemonsteringen, waar de vleesindustrie en zuivel wel mee moeten leven, zijn er bij Cargill niet bij. Of er moeten wel heel bijzondere omstandigheden spelen. In het convenant is vastgelegd dat partijen elkaar over en weer eerst informeren.

Heden ten dage zou het parlement nooit meer instemmen met dergelijke toezichtafspraken, maar ze liggen er nu en zijn gemaakt in een tijd dat de NVWA bijna geheel vleugellam was gemaakt – door diezelfde politiek. Bovendien zijn de graanreuzen van deze wereld bijzonder moeilijk grijpbaar. Is de Nederlandse controle te streng? Dan gaan de schepen wel naar een andere haven. Toch mag dit geen reden zijn om op de ene plek de lat hoog te leggen en op de andere plek laag. Dit geldt des te meer als juist aan de bron de lat laag ligt en aan het einde van de keten hoog. Risico’s hoor je bij de bron aan te pakken.

Met de veevoerindustrie zijn overigens vergelijkbare toezichtafspraken gemaakt als met de Amerikaanse graanreus. Op het eerste gezicht beloven ze veel, maar in de praktijk ontbreekt vooral het echte, onverwachte, fysieke en onafhankelijke toezicht. De afspraken bieden alle ruimte aan slagers die graag hun eigen vlees keuren. En opnieuw: misschien is het juist wel zo gedaan omdat het moeilijk anders kon, maar meet dan overal met dezelfde maat.

De huidige praktijk mondt uit in willekeur, waarvan kleine bedrijven het slachtoffer worden, terwijl grote bedrijven ongemoeid worden gelaten als zij opeens een deel van de administratie kwijt zijn. Of is er in Duitsland wel een probleem met vervuilde zonnebloemkoeken, terwijl in Nederland ook normoverschrijdingen in dezelfde koeken worden gevonden, maar het probleem uitblijft. Misschien kan de NVWA die verantwoordelijkheid afschuiven naar Skal.

Beheer
WP Admin