AlgemeenOpinie

Afschieten zwijnen slechte beurt voor wildbeheer

Het voorval met de geredde en vervolgens afgeschoten wilde zwijnen in Limburg, afgelopen zondag, maakt duidelijk hoe Nederland in de knoop zit met het onderwerp dierenliefde en dierenwelzijn.

Nederland is een land met 100 miljoen kippen en 12 miljoen varkens, waar efficiënt dieren fokken en doodmaken tot in de perfectie is geregeld. Maar het is ook het land waar dierenambulances rondrijden om gewonde egeltjes naar de dierenarts te brengen en waar burgers via radiospotjes van Wakker Dier constant bestookt worden met de boodschap dat een varken net een hond is, compleet met emoties en een kwispelstaart.

Zolang niet al te zichtbaar is wat er gebeurt, blijft het vredig. Maar zondagmiddag in Weert botsten die twee werelden onder het oog van de camera. De brandweermannen deden wat hun morele plicht hen ingaf: ze redden dieren in nood. De jachtopziener deed wat hij nodig achtte: de nulstand bewaken. Dus: afschieten. Oké, hij overtrad een aantal regels, zoals de zondagsrust die voor schieten geldt, en de regel dat je gevangen dieren niet mag schieten. Toch vertegenwoordigt hij het technocratische, klinische deel van Nederland, dat zegt: geen zwijnen buiten aangewezen natuurgebied, punt uit.

Reacties uit alle hoeken van de samenleving maken duidelijk: met dit standpunt red je het niet. Dit slaat als een boemerang terug op de intensieve veehouderij, die wel degelijk belang heeft bij de nulstand. Een stevige discussie over wildbeleid is nodig, maar de voorstanders van ‘wildbeheer’ staan 1-0 achter.

Beheer
WP Admin