Landbouw onttrekt zich niet aan wereldpolitiek

Economische sancties tegen Rusland treffen boeren niet direct, de agribusiness wel.

Van de spreekwoordelijke komkommertijd is deze zomer geen sprake. Noch in Nederland, noch elders in de wereld. De vele politieke brandhaarden rondom Europa eisen alle aandacht op. Door de vliegramp in Oekraïne wordt Nederland tegen wil en dank meegesleurd in internationale onrust.

Als boer wil je het liefst maar één ding: voedsel en voedselgrondstoffen produceren voor een markt die normaal functioneert. Je wilt liever niets te maken hebben met politiek en al helemaal niet met geweld. De ontwikkelingen rondom Rusland en de nasleep van de vliegramp maken duidelijk dat die luxe juist voor de Nederlandse agrosector niet is weggegelegd.

Boer en agribusiness gaan nu de keerzijde voelen van de gerichtheid op buitenlandse afzet. Nederland loopt internationaal voorop in het ontwikkelen van efficiënte en moderne bedrijfssystemen. Agrarische machinerie en stallen behoren zelfs tot de belangrijkste exportproducten richting Rusland. Dat heeft ons geen windeieren gelegd. Het maakt echter ook kwetsbaar. Bijvoorbeeld voor economische oorlogvoering.

De economische sancties die de Europese Unie aan Rusland oplegt, raken de Nederlandse agribusiness niet direct heel zwaar, al zijn financieringsproblemen bij klanten van Nederlandse bedrijven nu al aan de orde. Anders wordt het wanneer Rusland met tegenmaatregelen komt, zoals grenssluitingen. Dan zitten veel meer bedrijven met een probleem, en volgt stagnatie in de afzet van agrarische producten. Alleen al de kans hierop kan aanleiding zijn voor prijsdalingen.

Lastig punt is dat het effect van sancties lastig te meten is. Daarbij is niet helder aan welke eisen Rusland precies moet voldoen om de maatregelen weer van tafel te krijgen. Hierdoor heeft deze crisis helaas alles in zich om lang te duren. Mooier kunnen we het op dit moment helaas niet maken.