AlgemeenOpinie

Boer en boswachter hebben veel gemeen

U en ik zijn het vaak oneens. Ik beschreef al eerder in Boerderij mijn ongenoegen over een illegale drainage in Drenthe of mijn zorg over de stikstofuitstoot met grote consequenties voor de natuur. Ook als het gaat over weidevogels, ganzen of grondwaterpeil staan we soms lijnrecht tegenover elkaar.

De reacties op mijn maandelijkse online column op de website van Boerderij zijn in dat kader veelzeggend. De commentaren liegen er vaak niet om. Mij wordt verweten met twee maten te meten, geen oog te hebben voor de belangen van boeren, te hobbyen en kostbare landbouwgrond aan de distels te laten. Sommigen van u vinden dat ik geen respect heb voor al het werk dat met het bouwen aan Nederland gemoeid is geweest.

Het gesprek met u is niet altijd even leuk maar wel gewenst. Daarom schrijf ik ook voor Boerderij. Veel van mijn columns gaan over goed nabuurschap tussen landbouw en natuur. Erkennen van elkaars bestaansrecht, rekening houden met elkaars belangen, synergie zoeken waar mogelijk. En hierover schrijf ik niet voor niets.

Want ondanks onze verschillen is er veel wat ons bindt: we delen de zorg voor de groene ruimte, de basis van ons bestaan. We werken alleen vanuit een ander belang en met een andere visie op het landschap. De opdracht van Natuurmonumenten is niet alleen de teruggang in biodiversiteit te stoppen, maar ook het waardevolle historisch cultuurlandschap te behouden, zoals heide- en vaarland.

Niettemin, evenals u constateer ik dat de stad oprukt, grondprijzen stijgen en de waterkwaliteit niet goed genoeg is. Bovendien is het draagvlak onder de bevolking voor groen fragiel. De druk op de groene ruimte zal alleen maar toenemen, dat raakt ons beiden. Boswachter en boer delen de liefde voor plant en dier, is mijn overtuiging.

In het landelijk gebied vinden we elkaar vaker dan het lijkt. Wij lopen het erf op om te overleggen over het beheer van de slootkant of over de aanpak van weidevogels op het boerenland. Boeren komen bij ons op de koffie om over het waterpeil te praten. En het blijkt meestal dat we er samen uit kunnen komen.

Ook op landelijk niveau trekken we waar het kan samen op. Zo hebben we – boeren én natuurbeschermers – in bijna iedere provincie afspraken kunnen maken over schadebestrijding van ganzen. Ik schreef al eerder over andere hoopgevende samenwerkingen: een aanpak om stikstofuitstoot tegen te gaan (PAS) en het succesvol afgesloten Natuurpact, waarover we schouder aan schouder met provincies en rijk onderhandeld hebben.

De punten waar het knalt, zijn vaak de punten die het meest in het oog springen. Maar die zijn niet maatgevend voor onze onderlinge relatie. Het is goed dat we elkaar ontmoeten en elkaar soms stevig de maat nemen zoals hier, maar laten we zorgen dat we niet uit elkaar worden gedreven. De media meten de strijd tussen natuur en landbouw breed uit. Dat kent alleen maar verliezers.

Beheer
WP Admin