AlgemeenOpinie

Verzinsel

Intrinsieke waarde van de natuur, het is een poging om natuur extra belangrijk te maken.

Gisteren was ik bij de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen mijn universiteit en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Zo’n overeenkomst wordt altijd getekend als de samenwerking al jaren op streek is, niet als het allemaal nog moet gebeuren. Net zoals u pas van uw vaste voerleverancier spreekt als hij al jaren voer levert, niet als hij de eerste keer langskomt. Er wordt al zo’n tien jaar samengewerkt door Rijksuniversiteit Groningen en het PBL, nu was het tijd om dat vast te leggen. Op zich is zoiets slechts een administratieve handeling. Twee handtekeningen en klaar is Kees. Omdat dat een wat kale toestand zou zijn, was een bijeenkomst georganiseerd. Medewerkers van de universiteit vertelden wat aan onderzoek in het vat zit, en die van PBL vertelden ook waar ze mee bezig zijn en waar ze behoefte aan hebben.

De samenwerking tot nu toe zit vooral in de hoek van het meten van de waarde van natuur. Er zijn allerlei manieren, die elk een tipje van de sluier oplichten. Zo kun je met enquêtes aan mensen vragen wat ze overhebben voor een bepaalde soort natuur. Ook kun je de waarde van natuur proberen af te meten aan de opbrengsten; we noemen dat het meten van ecosysteemdiensten. Het gaat dan bijvoorbeeld om de waarde die een bepaald stuk natuur heeft voor waterberging, en om de waarde voor recreanten. Ook kun je punten proberen te geven voor kwaliteit, oppervlakte en zeldzaamheid, om die elementen vervolgens aan elkaar te knopen. Zo kun je vooral goed inschatten elke effecten een ingreep in een stuk natuur heeft. De basis voor veel van deze methoden is het onderscheid tussen gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Gebruik is wat je ermee kunt, beleving is hoe gelukkig je ervan wordt, en toekomstwaarde is een inschatting van wat het in de toekomst, misschien voor volgende generaties, kan opleveren.

In de bijdrage van het PBL kwamen de diverse waarden ook langs, samen met een waarde waar ik altijd weer nerveus van word: de intrinsieke waarde. Dat zou de waarde van de natuur ‘uit zichzelf’ zijn. Niet dat PBL vindt dat je die ‘waarde’ moet meenemen, maar het noemde het toch. Dat is niet zo raar, want staatssecretaris Dijksma heeft het begrip recent ook in de nieuwe Natuurwet gefietst. Intrinsieke waarde zou iets zijn als een waarde die er zelfs nog is nadat de mens is uitgestorven. Dit hoort voor mij in het rijtje spoken, monsters en witte wieven. Leuk voor verhalen, maar het zijn verzinsels. Ik weet dat natuurorganisaties dol zijn op het begrip, omdat het niet meetbaar is, en omdat het de waarde van natuur in berekeningen groter maakt. Aan mijn universiteit om het PBL te laten zien dat het echt om een verzinsel gaat.

Beheer
WP Admin