Slecht nieuws voor neonicotinoïden

‘Coatings zijn de laatste grote technologische doorbraak in onze sector én wetenschappelijk verantwoord.’ Dat zei Michael Kester, directeur van Syngenta in een interview in deze krant in mei dit jaar.

‘Het kan niet zo zijn dat innovatie zonder wetenschappelijke basis de kop wordt ingedrukt.’ De topman van de leverancier van gewasbeschermingsmiddelen reageerde op het tijdelijke verbod op een aantal neonicotinoïden, waarvoor hij de onderbouwing onvoldoende vond.

Deze week laat een nieuwe publicatie in het gezaghebbende wetenschapstijdschrift Nature zien dat er een verband is tussen deze stoffen en een dalende vogelstand. Daarmee verliezen Kesters woorden aan kracht. De kans op opheffing van het verbod of nieuwe toelating van dergelijke stoffen wordt miniem.

Gecoat zaad geldt terecht als een grote stap voorwaarts. Introductie ervan betekende een forse vermindering in het middelengebruik in vergelijking met volveldse bespuiting. Dit voordeel moet niet onderschat worden. Maar net als veel andere ‘grote stappen voorwaarts’: het went snel. Wat eerst bijzonder was, is al gauw gewoon. En nu de keerzijde van de medaille in beeld komt, gaat de glans er echt van af.

De kop in het zand steken heeft geen zin. Er zit maar één ding op: de feiten onder ogen zien en naarstig op zoek gaan naar de volgende grote doorbraak.