AlgemeenOpinie

Onpeilbaar fosfaatoverschot

Met mestbeleid is alles altijd net iets ingewikkelder dan je dacht. Zo ook met het maximale fosfaatoverschot van melkvee.

Dit is onderdeel van Europese afspraken over de totale hoeveelheid mest die de veestapel mag produceren. Voor de veehouder is het een bijna onoplosbare puzzel om te weten waar hij aan toe is.

Voor iedereen geldt een ‘referentiehoeveelheid’. Vanzelfsprekend, als je groei wilt meten, heb je een soort van nulmeting nodig. Maar waar leg je die? Logisch lijkt het om als uitgangspunt te nemen een punt in het verleden, dat nu niet meer gemanipuleerd kan worden. Het verleden heeft te vaak geleerd dat ondernemers graag een gokje nemen in de verwachting van een coulante overheid of mazen in de wet.

De keuze om 2013 te nemen als maat voor het aantal dieren is dus niet zo gek. Datzelfde jaar is ook maatgevend voor bedrijfsoppervlak en melkgift. Maar daarmee ben je er niet. Om een bedrijfsfosfaatoverschot te berekenen moet je ook weten hoeveel fosfaat elk dier uitstoot. En daarvoor geldt de ‘excretienorm’ van 2013 om onverklaarbare reden niet. Hiervoor gelden de normen voor 2015 die deze week bekend zijn gemaakt. Deze wijken af van de normen van 2014. Ze zijn verlaagd, terwijl ze de vorige ronde nog naar boven aangepaste werden – dat verhaal met die correctiefactor, weet u nog?

Het gegoochel met cijfers maakt het niet alleen voor individuele veehouders lastig in te schatten waar ze aan toe zijn. Ook wordt het bijkans onmogelijk om zicht te krijgen op het totale mestoverschot. Zulk beleid bezwijkt nog eens onder het eigen gewicht.

Beheer
WP Admin