Melk, fosfaat, stikstof en ammoniak

Wat hebben die vier met elkaar te maken, zult u zeggen. Wel, heel veel. Meer melk, en die gaat er komen, vereist meer land en/of meer mestbewerking en luchtwassers. Met het fosfaatplafond in zicht kunnen we daar terdege rekening mee houden. De melkvermarkting en -verwerking zullen niet het bepalende issue worden. De verwerking is er al en wereldwijd is onze extra productie niet prijsbepalend. Daarnaast lijken consumptiestatistieken nu en naar de toekomst gunstig. De Nederlandse veehouderij heeft meer dan genoeg power om 10 tot 20 procent meer te melken.

Alleen, krijgt ze de ruimte daarvoor? Met de knellende fosfaat-, stikstof- en ammoniakregeling van nu en die eraan zit te komen, kun je wel zeggen dat we niet meer aan een systematiek van dierrechten ontkomen. Als die dan maar uitwisselbaar is tussen sectoren. Dan kunnen de koeienboeren, die eerst hun melkquotum verkopende collega’s warm hebben gesaneerd, hun grond verkopende collega’s topprijzen hebben betaald, nu hun aandacht richten op de varkenshouderij, mits de dierrechten uitwisselbaar worden.

Eerst komt natuurlijk het uitnutten van de bedrijfskringloopwijzer sterk in beeld, melkproductiestijging per koe, oudere koeien en jongveereductie nadat nog een deel mestrechten van vleesvee is overgenomen. Ja, zo gaat er flink wat veranderen. Stikstof en fosfaat, daar is de grond-dierrelatie bepalend, bij ammoniak gaat het om voldoende rechten, onderdeel van je milieuvergunning, die je moet bezitten om uit te breiden. Ammoniakrechten zijn verhandelbaar en niet sector gebonden. Er zijn best veel bedrijven die de ruimte, stal en land, hebben voor de meer geplande dieren, doch voor deze uitbreiding de ammoniakrechten nog moeten aankopen. Vanaf 2015 is het nog maar de vraag, hoe ammoniak benaderd gaat worden. Het kan best zo zijn dat de ammoniak dan als onderdeel van de bedrijfskringloopwijzer een veel zwaardere impact op de bedrijfsvoering krijgt. Luchtwassers, nu nog wat weggehoond, kunnen wel eens meer hun entree doen.

Zo gaat er in 2015 veel veranderen in de bedrijfsvoering, we krijgen een andere dynamiek. En om daarin ook te kunnen acteren is  studie van deze problematiek een must.