AlgemeenOpinie

Het gezinsbedrijf: loslaten of vastgrijpen?

Het gezinsbedrijf heeft voordelen. Dit jaar, door VN uitgeroepen tot ‘het jaar van…’, worden gezinsbedrijven alom geprezen. Voordelen komen altijd ook met nadelen. Het is goed om ook die onder ogen te willen zien.

Niet om de zwartkijker te willen zijn, maar om tot inzichten te komen. Dit ondernemingsmodel beter te begrijpen. En daarmee het gezinsbedrijf  toekomst-‘proof’ te maken.

Eén van de nadelen van het gezinsbedrijf is de bedrijfsovername. In de land- en tuinbouw is de familiehistorie vaak verbonden met het gezinsbedrijf. Bedrijven worden overgedragen van generatie op generatie. De gezinsbedrijven vragen om een overdracht die langzaam en behoedzaam is, in een lange samenwerkingsperiode. De tijd wordt benut voor vermogensvorming, maar is ook noodzakelijk voor bijvoorbeeld de verdere ontwikkeling van benodigde ondernemerskwaliteiten. Het overnameproces is een test van bekwaamheid.

Het gezinsbedrijf dat op deze manier is ontstaan, heeft daardoor wel veel meerwaarde. Het bedrijf vertegenwoordigt historische waarde, culturele identiteit, regionale betrokkenheid en emotionele verbondenheid. Het gezinsbedrijf is gebaseerd op het fundament van de generaties die ons voorgingen, als basis voor de generaties die na ons komen.

De meerwaarde van het gezinsbedrijf is niet in harde cijfers uit te drukken. Dat het gezinsbedrijf in Nederland veel meer is dan alleen de overdracht van een bedrijf, wordt duidelijk in het overnameproces. Moeizaam en langzaam. In die lange periode van bedrijfsovername worden al die onzichtbare waarden van het bedrijf ook overgedragen. Wij zouden bedrijfsovername in de agrarische sector misschien kunnen vergemakkelijken en toegankelijker maken als wij het agrarisch bedrijf meer economisch zouden benaderen, zoals in het MKB gebruikelijker is. Bijvoorbeeld door het eigendom breder te spreiden. Door de financiering en inspraak anders in te richten. Met CEO’s, externe investeerders, franchise misschien?

Ondernemerschap komt daardoor meer centraal te staan. Voor jongeren zou het misschien wel makkelijker worden om ook boer of tuinder te kunnen worden. Toch pleit ik daar niet voor. Ik ben niet zomaar een uitbater of exploitant. Ik ben agrarisch ondernemer. Ik ben boer. Juist de onzichtbare waarden die ik mag vertegenwoordigen, maken dat ik van dit vak houd. Ik ben een producent van voedsel, beheerder van het landschap, hoeder van het platteland, representant van mijn familiegeschiedenis. Die waarden worden ook overgedragen. Met zo’n verantwoordelijkheid mogen de eisen aan mijn bekwaamheid hoog liggen.

Het Nederlandse gezinsbedrijf stelt ons voor een dilemma: houden we vast aan alles wat het bedrijf vertegenwoordigt? Maar maken we de overdracht hierdoor niet onmogelijk? Leidt dit niet tot een dood spoor? Zouden we kunnen accepteren dat we het gezinsbedrijf moeten loslaten om onze landbouw te kunnen behouden? Of grijpen we vast aan die andere waarden? De waarden die ons in Nederland ver hebben gebracht, bij ons en onze geschiedenis horen, ons en ons landelijk gebied heeft gevormd?

Loslaten en vastgrijpen, tussen het fundament gelegd door mijn voorgangers en de basis die ik leg voor mijn opvolgers. Toch, ondanks alles, wil ik het gezinsbedrijf niet loslaten. Ik wil de kans vastgrijpen om de uitdaging aan te gaan. Ik wil dat er meer jongeren gemotiveerd worden en blijven om de strubbelingen die op ons pad komen het hoofd te bieden. Omdat ik weet dat wij die proeve van bekwaamheid kunnen doorstaan. Wij zijn niet zomaar ondernemer. Wij zijn de agrarische ondernemers van de toekomst.

John Hilhorst is voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en melkveehouder in Laag-Keppel.

Beheer
WP Admin